Dutch
Detailed Translations for stromend from Dutch to Spanish
stromend:
Translation Matrix for stromend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fluido | het toestromen; het toevloeien; instroming; instroom; nat; nattigheid; rivier; stroom; toestroom; vloeistof; vocht; vochtigheid | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
con soltura | stromend; vliedend; vloeiend; vlot | flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot |
desenvuelto | stromend; vliedend; vloeiend; vlot | flitsend; gratis; kittig; kosteloos; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; pro deo; stoutmoedig; vlot; voor niets; vrijmoedig; vrijpostig; zonder kosten |
fluido | stromend; vliedend; vloeiend; vlot |
stromen:
Conjugations for stromen:
o.t.t.
- stroom
- stroomt
- stroomt
- stromen
- stromen
- stromen
o.v.t.
- stroomde
- stroomde
- stroomde
- stroomden
- stroomden
- stroomden
v.t.t.
- heb gestroomd
- hebt gestroomd
- heeft gestroomd
- hebben gestroomd
- hebben gestroomd
- hebben gestroomd
v.v.t.
- had gestroomd
- had gestroomd
- had gestroomd
- hadden gestroomd
- hadden gestroomd
- hadden gestroomd
o.t.t.t.
- zal stromen
- zult stromen
- zal stromen
- zullen stromen
- zullen stromen
- zullen stromen
o.v.t.t.
- zou stromen
- zou stromen
- zou stromen
- zouden stromen
- zouden stromen
- zouden stromen
en verder
- ben gestroomd
- bent gestroomd
- is gestroomd
- zijn gestroomd
- zijn gestroomd
- zijn gestroomd
diversen
- stroom!
- stroomt!
- gestroomd
- stromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de stromen