Dutch

Detailed Translations for typen from Dutch to Spanish

typen:

typen verbe (typ, typt, typte, typten, getypt)

  1. typen (machineschrijven; tikken)
  2. typen

Conjugations for typen:

o.t.t.
  1. typ
  2. typt
  3. typt
  4. typen
  5. typen
  6. typen
o.v.t.
  1. typte
  2. typte
  3. typte
  4. typten
  5. typten
  6. typten
v.t.t.
  1. heb getypt
  2. hebt getypt
  3. heeft getypt
  4. hebben getypt
  5. hebben getypt
  6. hebben getypt
v.v.t.
  1. had getypt
  2. had getypt
  3. had getypt
  4. hadden getypt
  5. hadden getypt
  6. hadden getypt
o.t.t.t.
  1. zal typen
  2. zult typen
  3. zal typen
  4. zullen typen
  5. zullen typen
  6. zullen typen
o.v.t.t.
  1. zou typen
  2. zou typen
  3. zou typen
  4. zouden typen
  5. zouden typen
  6. zouden typen
en verder
  1. ben getypt
  2. bent getypt
  3. is getypt
  4. zijn getypt
  5. zijn getypt
  6. zijn getypt
diversen
  1. typ!
  2. typt!
  3. getypt
  4. typend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for typen:

NounRelated TranslationsOther Translations
dar golpecitos bekloppen; betikken
escribir uitschrijven
VerbRelated TranslationsOther Translations
dar golpecitos machineschrijven; tikken; typen
dar una palmadita machineschrijven; tikken; typen
escribir typen boeken; corresponderen; een briefwisseling hebben; invoeren; kalken; noteren; opschrijven; optekenen; pennen; registreren; schrijven; vastleggen
escribir con máquina machineschrijven; tikken; typen

Wiktionary Translations for typen:


Cross Translation:
FromToVia
typen escribir a máquina; mecanografiar type — to use a typewriter
typen escribir a máquina taper — (familier, fr) frapper, donner un ou plusieurs coups.