Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uit het ei kruipen:


Dutch

Detailed Translations for uit het ei kruipen from Dutch to Spanish

uit het ei kruipen:

uit het ei kruipen verbe (kruip uit het ei, kruipt uit het ei, kroop uit het ei, kropen uit het ei, uit het ei gekropen)

  1. uit het ei kruipen

Conjugations for uit het ei kruipen:

o.t.t.
  1. kruip uit het ei
  2. kruipt uit het ei
  3. kruipt uit het ei
  4. kruipen uit het ei
  5. kruipen uit het ei
  6. kruipen uit het ei
o.v.t.
  1. kroop uit het ei
  2. kroop uit het ei
  3. kroop uit het ei
  4. kropen uit het ei
  5. kropen uit het ei
  6. kropen uit het ei
v.t.t.
  1. ben uit het ei gekropen
  2. bent uit het ei gekropen
  3. is uit het ei gekropen
  4. zijn uit het ei gekropen
  5. zijn uit het ei gekropen
  6. zijn uit het ei gekropen
v.v.t.
  1. was uit het ei gekropen
  2. was uit het ei gekropen
  3. was uit het ei gekropen
  4. waren uit het ei gekropen
  5. waren uit het ei gekropen
  6. waren uit het ei gekropen
o.t.t.t.
  1. zal uit het ei kruipen
  2. zult uit het ei kruipen
  3. zal uit het ei kruipen
  4. zullen uit het ei kruipen
  5. zullen uit het ei kruipen
  6. zullen uit het ei kruipen
o.v.t.t.
  1. zou uit het ei kruipen
  2. zou uit het ei kruipen
  3. zou uit het ei kruipen
  4. zouden uit het ei kruipen
  5. zouden uit het ei kruipen
  6. zouden uit het ei kruipen
diversen
  1. kruip uit het ei!
  2. kruipt uit het ei!
  3. uit het ei gekropen
  4. uit het ei kruipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uit het ei kruipen:

NounRelated TranslationsOther Translations
salir del cascarón uit het ei kruipen
VerbRelated TranslationsOther Translations
salir del cascarón uit het ei kruipen

Related Translations for uit het ei kruipen