Dutch
Detailed Translations for uitgezonderd from Dutch to Spanish
uitgezonderd:
-
uitgezonderd (tenzij)
-
uitgezonderd (behalve; met uitsluiting van; buiten)
Translation Matrix for uitgezonderd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
menos | minteken; minus | |
Conjunction | Related Translations | Other Translations |
- | behalve | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
a no ser | tenzij; uitgezonderd | |
además de | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | behoudens; benevens |
amén de | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | |
aparte de | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | behoudens |
con excepción de | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | behoudens |
excepto | tenzij; uitgezonderd | behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven |
fuera de | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven |
menos | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | banaal; beperkter; gemeen; grof; in mindere mate; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; min; minder; minst; minus; onedel; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig |
menos de | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd |
Related Words for "uitgezonderd":
Synonyms for "uitgezonderd":
Related Definitions for "uitgezonderd":
uitzonderen:
-
uitzonderen
Conjugations for uitzonderen:
o.t.t.
- zonder uit
- zondert uit
- zondert uit
- zonderen uit
- zonderen uit
- zonderen uit
o.v.t.
- zonderde uit
- zonderde uit
- zonderde uit
- zonderden uit
- zonderden uit
- zonderden uit
v.t.t.
- heb uitgezonderd
- hebt uitgezonderd
- heeft uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
v.v.t.
- had uitgezonderd
- had uitgezonderd
- had uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
o.t.t.t.
- zal uitzonderen
- zult uitzonderen
- zal uitzonderen
- zullen uitzonderen
- zullen uitzonderen
- zullen uitzonderen
o.v.t.t.
- zou uitzonderen
- zou uitzonderen
- zou uitzonderen
- zouden uitzonderen
- zouden uitzonderen
- zouden uitzonderen
en verder
- ben uitgezonderd
- bent uitgezonderd
- is uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
diversen
- zonder uit!
- zondert uit!
- uitgezonderd
- uitzonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitzonderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
excluir | uitzonderen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
excluir | uitzonderen | buitensluiten; uitsluiten |
Wiktionary Translations for uitzonderen:
uitzonderen
Cross Translation:
verb
-
buiten een bepaalde regel plaatsen
- uitzonderen → exceptuar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitzonderen | → exceptuar; distribuir; repartir | ↔ dispenser — exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose. |
• uitzonderen | → exceptuar | ↔ excepter — désigner une personne ou une chose comme n’étant pas comprendre dans un nombre, dans une règle ou dans une situation où il sembler qu’elle devoir l’être. |
• uitzonderen | → exceptuar | ↔ exempter — rendre exempt, affranchir de quelque chose. |