Dutch
Detailed Translations for val af from Dutch to Spanish
val af form of afvallen:
-
afvallen (opgeven; stoppen; afhaken; ophouden; afzien van; eruitstappen; afzeggen)
dejar; dejar de; abandonar; retirarse; salir de; quedar eliminado; parar; desprenderse; desenganchar; salir; soltar; desvincular; desentenderse; desemprender-
dejar verbe
-
dejar de verbe
-
abandonar verbe
-
retirarse verbe
-
salir de verbe
-
quedar eliminado verbe
-
parar verbe
-
desprenderse verbe
-
desenganchar verbe
-
salir verbe
-
soltar verbe
-
desvincular verbe
-
desentenderse verbe
-
desemprender verbe
-
-
afvallen (ontgoochelen; teleurstellen; frustreren; tegenvallen; laten zakken; duperen; benadelen)
-
afvallen (vermageren)
Conjugations for afvallen:
o.t.t.
- val af
- valt af
- valt af
- vallen af
- vallen af
- vallen af
o.v.t.
- viel af
- viel af
- viel af
- vielen af
- vielen af
- vielen af
v.t.t.
- ben afgevallen
- bent afgevallen
- is afgevallen
- zijn afgevallen
- zijn afgevallen
- zijn afgevallen
v.v.t.
- was afgevallen
- was afgevallen
- was afgevallen
- waren afgevallen
- waren afgevallen
- waren afgevallen
o.t.t.t.
- zal afvallen
- zult afvallen
- zal afvallen
- zullen afvallen
- zullen afvallen
- zullen afvallen
o.v.t.t.
- zou afvallen
- zou afvallen
- zou afvallen
- zouden afvallen
- zouden afvallen
- zouden afvallen
diversen
- val af!
- valt af!
- afgevallen
- afvallende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het afvallen (vermageren; uitmergelen; afslanken; vermagering)
Translation Matrix for afvallen:
Related Words for "afvallen":
External Machine Translations: