Summary


Dutch

Detailed Translations for vaststaand from Dutch to Spanish

vaststaand:


Translation Matrix for vaststaand:

NounRelated TranslationsOther Translations
absoluto alomvattende
ModifierRelated TranslationsOther Translations
absoluto absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker allesomvattende; faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; ongelimiteerd; vierkant; volstrekt
definitivo definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand achterste; definitief; definitieve; finaal; laatste; onherstelbaar; onverandelijk; onweerlegbaar; permanent; reddeloos; vast en zeker; voorgoed
incondicional absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volmondig; volstrekt
irrevocable definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand achterste; definitieve; finaal; laatste; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
sin reservas absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt

Wiktionary Translations for vaststaand:


Cross Translation:
FromToVia
vaststaand sano y salvo; seguro; firme; sin peligro; de confianza; fidedigno; digno de confianza; cierto sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.

vaststaan:

vaststaan verbe (sta vast, staat vast, stond vast, stonden vast, vast gestaan)

  1. vaststaan

Conjugations for vaststaan:

o.t.t.
  1. sta vast
  2. staat vast
  3. staat vast
  4. staat vast
  5. staat vast
  6. staat vast
o.v.t.
  1. stond vast
  2. stond vast
  3. stond vast
  4. stonden vast
  5. stonden vast
  6. stonden vast
v.t.t.
  1. heb vast gestaan
  2. hebt vast gestaan
  3. heeft vast gestaan
  4. hebben vast gestaan
  5. hebben vast gestaan
  6. hebben vast gestaan
v.v.t.
  1. had vast gestaan
  2. had vast gestaan
  3. had vast gestaan
  4. hadden vast gestaan
  5. hadden vast gestaan
  6. hadden vast gestaan
o.t.t.t.
  1. zal vaststaan
  2. zult vaststaan
  3. zal vaststaan
  4. zullen vaststaan
  5. zullen vaststaan
  6. zullen vaststaan
o.v.t.t.
  1. zou vaststaan
  2. zou vaststaan
  3. zou vaststaan
  4. zouden vaststaan
  5. zouden vaststaan
  6. zouden vaststaan
en verder
  1. ben vast gestaan
  2. bent vast gestaan
  3. is vast gestaan
  4. zijn vast gestaan
  5. zijn vast gestaan
  6. zijn vast gestaan
diversen
  1. sta vast!
  2. staat vast!
  3. vast gestaan
  4. vaststaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vaststaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
constar vaststaan boven alle twijfel verheven zijn; zeker zijn
estar seguro vaststaan boven alle twijfel verheven zijn; zeker zijn
ser un hecho vaststaan boven alle twijfel verheven zijn; zeker zijn

Wiktionary Translations for vaststaan:

vaststaan
verb
  1. zeker zijn

External Machine Translations: