Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verafgoden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verafgoden from Dutch to Spanish

verafgoden:

verafgoden verbe (verafgod, verafgodt, verafgoodde, verafgoodden, verafgod)

  1. verafgoden (aanbidden; adoreren)

Conjugations for verafgoden:

o.t.t.
  1. verafgod
  2. verafgodt
  3. verafgodt
  4. verafgoden
  5. verafgoden
  6. verafgoden
o.v.t.
  1. verafgoodde
  2. verafgoodde
  3. verafgoodde
  4. verafgoodden
  5. verafgoodden
  6. verafgoodden
v.t.t.
  1. heb verafgod
  2. hebt verafgod
  3. heeft verafgod
  4. hebben verafgod
  5. hebben verafgod
  6. hebben verafgod
v.v.t.
  1. had verafgod
  2. had verafgod
  3. had verafgod
  4. hadden verafgod
  5. hadden verafgod
  6. hadden verafgod
o.t.t.t.
  1. zal verafgoden
  2. zult verafgoden
  3. zal verafgoden
  4. zullen verafgoden
  5. zullen verafgoden
  6. zullen verafgoden
o.v.t.t.
  1. zou verafgoden
  2. zou verafgoden
  3. zou verafgoden
  4. zouden verafgoden
  5. zouden verafgoden
  6. zouden verafgoden
diversen
  1. verafgod!
  2. verafgodt!
  3. verafgod
  4. verafgodend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verafgoden:

NounRelated TranslationsOther Translations
enaltecer prijzen; roemen; verheerlijken
glorificar prijzen; roemen; verheerlijken
VerbRelated TranslationsOther Translations
admirar aanbidden; adoreren; verafgoden bewonderen; ertegen opzien; tegen iets opkijken
adorar aanbidden; adoreren; verafgoden aanbidden; bidden tot
enaltecer aanbidden; adoreren; verafgoden met een roze bril bezien; romantiseren; verheerlijken
glorificar aanbidden; adoreren; verafgoden achten; de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; hemelhoog prijzen; hoogachten; hoogschatten; lofprijzen; met een roze bril bezien; ophemelen; respecteren; romantiseren; verheerlijken

Wiktionary Translations for verafgoden:


Cross Translation:
FromToVia
verafgoden idolatrar god — idolize
verafgoden adorar idolâtreraimer avec excès quelqu’un ou quelque chose.
verafgoden adorar vénérer — Rendre un culte à un dieu, à un saint ou à des choses saintes ou sacrées ; adorer.