Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- verdichten:
-
Wiktionary:
- verdichten → concentrar
- verdichten → comprimir, condensar, apretar
Dutch
Detailed Translations for verdichten from Dutch to Spanish
verdichten:
-
verdichten (verzinnen; bedenken; uitdenken; fantaseren; voorwenden)
imaginar; inventar; apretar; pensar; fantasear; planear; idear; estrujar; concentrarse; divagar; comprimir; compendiar; condensarse-
imaginar verbe
-
inventar verbe
-
apretar verbe
-
pensar verbe
-
fantasear verbe
-
planear verbe
-
idear verbe
-
estrujar verbe
-
concentrarse verbe
-
divagar verbe
-
comprimir verbe
-
compendiar verbe
-
condensarse verbe
-
Conjugations for verdichten:
o.t.t.
- verdicht
- verdicht
- verdicht
- verdichten
- verdichten
- verdichten
o.v.t.
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtten
- verdichtten
- verdichtten
v.t.t.
- heb verdicht
- hebt verdicht
- heeft verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
v.v.t.
- had verdicht
- had verdicht
- had verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
o.t.t.t.
- zal verdichten
- zult verdichten
- zal verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
o.v.t.t.
- zou verdichten
- zou verdichten
- zou verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
diversen
- verdicht!
- verdicht!
- verdicht
- verdichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verdichten:
Wiktionary Translations for verdichten:
verdichten
Cross Translation:
verb
-
intr|nld (natuurkunde, nld) (o.a. van dampen en gassen:) dichter worden
- verdichten → concentrar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdichten | → comprimir | ↔ compress — to press together into a smaller space |
• verdichten | → condensar | ↔ condense — to decrease size or volume |
• verdichten | → apretar | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |