Summary


Dutch

Detailed Translations for verdwalen from Dutch to Spanish

verdwalen:

verdwalen verbe (verdwaal, verdwaalt, verdwaalde, verdwaalden, verdwaald)

  1. verdwalen (verkeerd gaan; verkeerd lopen; de weg kwijtraken)

Conjugations for verdwalen:

o.t.t.
  1. verdwaal
  2. verdwaalt
  3. verdwaalt
  4. verdwalen
  5. verdwalen
  6. verdwalen
o.v.t.
  1. verdwaalde
  2. verdwaalde
  3. verdwaalde
  4. verdwaalden
  5. verdwaalden
  6. verdwaalden
v.t.t.
  1. ben verdwaald
  2. bent verdwaald
  3. is verdwaald
  4. zijn verdwaald
  5. zijn verdwaald
  6. zijn verdwaald
v.v.t.
  1. was verdwaald
  2. was verdwaald
  3. was verdwaald
  4. waren verdwaald
  5. waren verdwaald
  6. waren verdwaald
o.t.t.t.
  1. zal verdwalen
  2. zult verdwalen
  3. zal verdwalen
  4. zullen verdwalen
  5. zullen verdwalen
  6. zullen verdwalen
o.v.t.t.
  1. zou verdwalen
  2. zou verdwalen
  3. zou verdwalen
  4. zouden verdwalen
  5. zouden verdwalen
  6. zouden verdwalen
diversen
  1. verdwaal!
  2. verdwaalt!
  3. verdwaald
  4. verdwalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdwalen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
equivocarse de camino de weg kwijtraken; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen
perder el camino de weg kwijtraken; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen
perderse de weg kwijtraken; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen afgaan; erbij inschieten; falen; floppen; iets mislopen; in de puree lopen; kwijt raken; kwijtraken; misgaan; mislopen; mislukken; missen; stranden; teloorgaan; verkeerd lopen; verliezen; verloren gaan; wegraken; zoek raken; zoekraken