Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verkwijnen:


Dutch

Detailed Translations for verkwijnen from Dutch to Spanish

verkwijnen:

verkwijnen verbe (verkwijn, verkwijnt, verkwijnde, verkwijnden, verkwijnd)

  1. verkwijnen (wegkwijnen; kwijnen)

Conjugations for verkwijnen:

o.t.t.
  1. verkwijn
  2. verkwijnt
  3. verkwijnt
  4. verkwijnen
  5. verkwijnen
  6. verkwijnen
o.v.t.
  1. verkwijnde
  2. verkwijnde
  3. verkwijnde
  4. verkwijnden
  5. verkwijnden
  6. verkwijnden
v.t.t.
  1. ben verkwijnd
  2. bent verkwijnd
  3. is verkwijnd
  4. zijn verkwijnd
  5. zijn verkwijnd
  6. zijn verkwijnd
v.v.t.
  1. was verkwijnd
  2. was verkwijnd
  3. was verkwijnd
  4. waren verkwijnd
  5. waren verkwijnd
  6. waren verkwijnd
o.t.t.t.
  1. zal verkwijnen
  2. zult verkwijnen
  3. zal verkwijnen
  4. zullen verkwijnen
  5. zullen verkwijnen
  6. zullen verkwijnen
o.v.t.t.
  1. zou verkwijnen
  2. zou verkwijnen
  3. zou verkwijnen
  4. zouden verkwijnen
  5. zouden verkwijnen
  6. zouden verkwijnen
diversen
  1. verkwijn!
  2. verkwijnt!
  3. verkwijnd
  4. verkwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkwijnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
languidecer kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; wegkwijnen; wegslinken