Dutch
Detailed Translations for vermoeiend from Dutch to Spanish
vermoeiend:
-
vermoeiend (afmattend; uitputtend; moemakend)
Translation Matrix for vermoeiend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cansador | afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend | |
exhaustivo | afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend | breedsprakig; breedvoerig; langdradig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; wijdlopig |
fatigoso | afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend |
Wiktionary Translations for vermoeiend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermoeiend | → fastidioso; enojoso; cargante | ↔ ennuyeux — Qui cause de l’ennui. |
vermoeiend form of vermoeien:
-
vermoeien (moe worden)
-
vermoeien (moe maken; uitputten; slopen; afmatten)
cansar; agotar; consumirse; aflojar; morir de sed-
cansar verbe
-
agotar verbe
-
consumirse verbe
-
aflojar verbe
-
morir de sed verbe
-
Conjugations for vermoeien:
o.t.t.
- vermoei
- vermoeit
- vermoeit
- vermoeien
- vermoeien
- vermoeien
o.v.t.
- vermoeide
- vermoeide
- vermoeide
- vermoeiden
- vermoeiden
- vermoeiden
v.t.t.
- heb vermoeid
- hebt vermoeid
- heeft vermoeid
- hebben vermoeid
- hebben vermoeid
- hebben vermoeid
v.v.t.
- had vermoeid
- had vermoeid
- had vermoeid
- hadden vermoeid
- hadden vermoeid
- hadden vermoeid
o.t.t.t.
- zal vermoeien
- zult vermoeien
- zal vermoeien
- zullen vermoeien
- zullen vermoeien
- zullen vermoeien
o.v.t.t.
- zou vermoeien
- zou vermoeien
- zou vermoeien
- zouden vermoeien
- zouden vermoeien
- zouden vermoeien
diversen
- vermoei!
- vermoeit!
- vermoeid
- vermoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vermoeien:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cansar | afmatten; uitputten; vermoeien | |
fatigar | afmatten; uitputten; vermoeien | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
aflojar | afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien | aanlengen; dempen; matigen; ophoesten; temperen; terugdraaien; terugschroeven; verdunnen; verflauwen; verslappen; versnijden; verwateren; voor de dag komen met; vrijaf geven; vrijgeven; zich matigen |
agotar | afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien | afreizen; heengaan; opeten; opteren; opvreten; verdorsten; verdwijnen; verlaten; vreten; wegreizen; wegtrekken |
cansar | afmatten; moe maken; moe worden; slopen; uitputten; vermoeien | vervelen |
cansarse | moe worden; vermoeien | vermoeid raken |
consumirse | afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien | afrotten; hopen; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verdorsten; verlangen |
morir de sed | afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien |
Wiktionary Translations for vermoeien:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermoeien | → cansar | ↔ weary — to make weary |
• vermoeien | → molestar; fastidiar; cansar; cargar; hartar | ↔ ennuyer — Traductions à trier suivant le sens |
• vermoeien | → fastidiar; cansar; cargar; hartar | ↔ fatiguer — affaiblir par une trop grande dépense de force. |
• vermoeien | → fastidiar; cansar; cargar; hartar | ↔ lasser — désuet|fr rendre las. |