Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- veronderstellen:
-
Wiktionary:
- veronderstellen → presumir, suponer, presuponer
- veronderstellen → dar por sentado, suponer, adivinar, conjeturar, imaginar, concluir, tantear, estimar
Dutch
Detailed Translations for veronderstellen from Dutch to Spanish
veronderstellen:
-
veronderstellen (aannemen; uitgaan van)
Conjugations for veronderstellen:
o.t.t.
- veronderstel
- veronderstelt
- veronderstelt
- veronderstellen
- veronderstellen
- veronderstellen
o.v.t.
- veronderstelde
- veronderstelde
- veronderstelde
- veronderstelden
- veronderstelden
- veronderstelden
v.t.t.
- heb verondersteld
- hebt verondersteld
- heeft verondersteld
- hebben verondersteld
- hebben verondersteld
- hebben verondersteld
v.v.t.
- had verondersteld
- had verondersteld
- had verondersteld
- hadden verondersteld
- hadden verondersteld
- hadden verondersteld
o.t.t.t.
- zal veronderstellen
- zult veronderstellen
- zal veronderstellen
- zullen veronderstellen
- zullen veronderstellen
- zullen veronderstellen
o.v.t.t.
- zou veronderstellen
- zou veronderstellen
- zou veronderstellen
- zouden veronderstellen
- zouden veronderstellen
- zouden veronderstellen
diversen
- veronderstel!
- veronderstelt!
- verondersteld
- veronderstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
veronderstellen
Translation Matrix for veronderstellen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
presuposición | veronderstellen | aanname; postulaat; premisse; stelling; these; thesis; vooronderstelling |
suposición | veronderstellen | aanname; aannemen; gissing; hypothese; inschatting; onderstelling; postulaat; stelling; theorie; these; thesis; veronderstelling; voorgevoel; vooronderstellen; vooronderstelling |
Verb | Related Translations | Other Translations |
presumir | aannemen; uitgaan van; veronderstellen | aannemen; ervan uitgaan; geloven; gissen; gissing maken; grootspreken; opscheppen; opsnijden; postuleren; raden; snoeven; vooronderstellen |
suponer | aannemen; uitgaan van; veronderstellen | aannemen; ervan uitgaan; geloven; gissen; gissing maken; raden; speculeren op |
Wiktionary Translations for veronderstellen:
veronderstellen
Cross Translation:
verb
-
een bepaalde aanname maken
- veronderstellen → presumir; suponer; presuponer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• veronderstellen | → dar por sentado; suponer | ↔ assume — to suppose to be true |
• veronderstellen | → adivinar; conjeturar | ↔ guess — to reach an unqualified conclusion |
• veronderstellen | → imaginar | ↔ imagine — (transitive) to assume |
• veronderstellen | → suponer; concluir; tantear; estimar | ↔ reckon — to conclude, as by an enumeration and balancing of chances; hence, to think; to suppose |
• veronderstellen | → suponer | ↔ suppose — theorize; hypothesize |
• veronderstellen | → suponer | ↔ annehmen — eine Vermutung anstellen |
• veronderstellen | → suponer | ↔ supposer — Poser une chose pour établie (sens général) |