Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- verspreken:
-
Wiktionary:
- verspreken → trabucarse
- verspreken → meter la pata
Dutch
Detailed Translations for verspreken from Dutch to Spanish
verspreken:
-
verspreken
escapar; resbalar; irse de la lengua; equivocarse al hablar-
escapar verbe
-
resbalar verbe
-
irse de la lengua verbe
-
equivocarse al hablar verbe
-
Translation Matrix for verspreken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
resbalar | uitglijden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
equivocarse al hablar | verspreken | |
escapar | verspreken | achterhouden; achteroverdrukken; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; floepen; gappen; glippen; in ontvangst nemen; inpikken; jatten; krijgen; loskomen; mijden; ontglippen; ontkomen; ontlopen; ontschieten; ontslagen worden; ontsnappen; ontsnappen aan; ontvallen; ontvangen; ontvluchten; ontvreemden; ontwijken; op vrije voeten gesteld worden; opstrijken; per ongeluk zeggen; pikken; stelen; uit de weg gaan; uitwijken; uitwijken voor iets; verdonkeremanen; verduisteren; vermijden; vervreemden; vluchten; vrijkomen; wegfutselen; wegglippen; wegkapen; wegkomen; weglopen; wegpikken; wegrennen; wegvluchten; zich bevrijden; zich vrijmaken |
irse de la lengua | verspreken | uitflappen |
resbalar | verspreken | blunderen; glibberen; glijden; glippen; roetsjen; slippen; uitglijden |
Wiktionary Translations for verspreken:
verspreken
Cross Translation:
verb
-
een uitspraak doen die men niet zo bedoelde te maken
- verspreken → trabucarse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verspreken | → meter la pata | ↔ put one's foot in one's mouth — misspeak; say something embarrassing or wrong |