Dutch
Detailed Translations for verstoten from Dutch to Spanish
verstoten:
-
verstoten
Conjugations for verstoten:
o.t.t.
- verstoot
- verstoot
- verstoot
- verstoten
- verstoten
- verstoten
o.v.t.
- verstootte
- verstootte
- verstootte
- verstootten
- verstootten
- verstootten
v.t.t.
- heb verstoten
- hebt verstoten
- heeft verstoten
- hebben verstoten
- hebben verstoten
- hebben verstoten
v.v.t.
- had verstoten
- had verstoten
- had verstoten
- hadden verstoten
- hadden verstoten
- hadden verstoten
o.t.t.t.
- zal verstoten
- zult verstoten
- zal verstoten
- zullen verstoten
- zullen verstoten
- zullen verstoten
o.v.t.t.
- zou verstoten
- zou verstoten
- zou verstoten
- zouden verstoten
- zouden verstoten
- zouden verstoten
diversen
- verstoot!
- verstoot!
- verstoten
- verstotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verstoten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
abjurar | verloochening | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abjurar | verstoten | afzweren; logenstraffen; loochenen; verloochenen; verzaken |
renunciar a | verstoten | afkeuren; afstemmen; afwijzen; afzweren; ermee uitscheiden; inschrijven; opgeven; ophouden; overleveren; staken; stoppen; uitscheiden; verwerpen |
repudiar | verstoten | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
rechazado | uitgestoten; verstoten; verworpen | afgekeurd |
repudiado | uitgestoten; verstoten; verworpen |