Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vertroosten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vertroosten from Dutch to Spanish

vertroosten:

vertroosten verbe (vertroost, vertroostte, vertroostten, vertroost)

  1. vertroosten (troosten; ondersteunen; bemoedigen; opbeuren)

Conjugations for vertroosten:

o.t.t.
  1. vertroost
  2. vertroost
  3. vertroost
  4. vertroosten
  5. vertroosten
  6. vertroosten
o.v.t.
  1. vertroostte
  2. vertroostte
  3. vertroostte
  4. vertroostten
  5. vertroostten
  6. vertroostten
v.t.t.
  1. heb vertroost
  2. hebt vertroost
  3. heeft vertroost
  4. hebben vertroost
  5. hebben vertroost
  6. hebben vertroost
v.v.t.
  1. had vertroost
  2. had vertroost
  3. had vertroost
  4. hadden vertroost
  5. hadden vertroost
  6. hadden vertroost
o.t.t.t.
  1. zal vertroosten
  2. zult vertroosten
  3. zal vertroosten
  4. zullen vertroosten
  5. zullen vertroosten
  6. zullen vertroosten
o.v.t.t.
  1. zou vertroosten
  2. zou vertroosten
  3. zou vertroosten
  4. zouden vertroosten
  5. zouden vertroosten
  6. zouden vertroosten
diversen
  1. vertroost!
  2. vertroost!
  3. vertroost
  4. vertroostend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vertroosten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
confortar bemoedigen; ondersteunen; opbeuren; troosten; vertroosten
consolar bemoedigen; ondersteunen; opbeuren; troosten; vertroosten laven; sterken; troosten; zijn heil zoeken in

Wiktionary Translations for vertroosten:


Cross Translation:
FromToVia
vertroosten consolar console — to comfort
vertroosten consolar; aliviar consolersoulager quelqu’un dans son affliction par des discours, par des soins, ou de quelque autre manière que ce être.