Dutch
Detailed Translations for verwaaien from Dutch to Spanish
verwaaien:
-
verwaaien (wegstuiven; wegwaaien)
irse con el viento; echarse a volar; volarse-
irse con el viento verbe
-
echarse a volar verbe
-
volarse verbe
-
Conjugations for verwaaien:
o.t.t.
- verwaai
- verwaait
- verwaait
- verwaaien
- verwaaien
- verwaaien
o.v.t.
- verwoei
- verwoei
- verwoei
- verwoeien
- verwoeien
- verwoeien
v.t.t.
- ben verwaaid
- bent verwaaid
- is verwaaid
- zijn verwaaid
- zijn verwaaid
- zijn verwaaid
v.v.t.
- was verwaaid
- was verwaaid
- was verwaaid
- waren verwaaid
- waren verwaaid
- waren verwaaid
o.t.t.t.
- zal verwaaien
- zult verwaaien
- zal verwaaien
- zullen verwaaien
- zullen verwaaien
- zullen verwaaien
o.v.t.t.
- zou verwaaien
- zou verwaaien
- zou verwaaien
- zouden verwaaien
- zouden verwaaien
- zouden verwaaien
diversen
- verwaai!
- verwaait!
- verwaaid
- verwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwaaien:
Noun | Related Translations | Other Translations |
volarse | afvliegen; wegvliegen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
echarse a volar | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | afvliegen; de hoogte ingaan; in de lucht omhoogstijgen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; stijgen; wegvliegen |
irse con el viento | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | |
volarse | verwaaien; wegstuiven; wegwaaien | afvliegen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; uitvliegen; wegvliegen |