Dutch
Detailed Translations for verwezenlijken from Dutch to Spanish
verwezenlijken:
-
verwezenlijken (verwerkelijken; realiseren; bewerkstelligen)
realizar; desarrollar; explotar; hacer realidad-
realizar verbe
-
desarrollar verbe
-
explotar verbe
-
hacer realidad verbe
-
Conjugations for verwezenlijken:
o.t.t.
- verwezenlijk
- verwezenlijkt
- verwezenlijkt
- verwezenlijken
- verwezenlijken
- verwezenlijken
o.v.t.
- verwezenlijkte
- verwezenlijkte
- verwezenlijkte
- verwezenlijkten
- verwezenlijkten
- verwezenlijkten
v.t.t.
- heb verwezenlijkt
- hebt verwezenlijkt
- heeft verwezenlijkt
- hebben verwezenlijkt
- hebben verwezenlijkt
- hebben verwezenlijkt
v.v.t.
- had verwezenlijkt
- had verwezenlijkt
- had verwezenlijkt
- hadden verwezenlijkt
- hadden verwezenlijkt
- hadden verwezenlijkt
o.t.t.t.
- zal verwezenlijken
- zult verwezenlijken
- zal verwezenlijken
- zullen verwezenlijken
- zullen verwezenlijken
- zullen verwezenlijken
o.v.t.t.
- zou verwezenlijken
- zou verwezenlijken
- zou verwezenlijken
- zouden verwezenlijken
- zouden verwezenlijken
- zouden verwezenlijken
diversen
- verwezenlijk!
- verwezenlijkt!
- verwezenlijkt
- verwezenlijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwezenlijken:
Wiktionary Translations for verwezenlijken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwezenlijken | → lograr | ↔ bring about — To accomplish |
• verwezenlijken | → realizar; efectivar; cumplir; llevar a cabo; ejecutar | ↔ réaliser — construire |