Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. volstoppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for volstoppen from Dutch to Spanish

volstoppen:

volstoppen verbe (stop vol, stopt vol, stopte vol, stopten vol, volgestopt)

  1. volstoppen (volvreten; volproppen; voleten; volschransen)

Conjugations for volstoppen:

o.t.t.
  1. stop vol
  2. stopt vol
  3. stopt vol
  4. stoppen vol
  5. stoppen vol
  6. stoppen vol
o.v.t.
  1. stopte vol
  2. stopte vol
  3. stopte vol
  4. stopten vol
  5. stopten vol
  6. stopten vol
v.t.t.
  1. heb volgestopt
  2. hebt volgestopt
  3. heeft volgestopt
  4. hebben volgestopt
  5. hebben volgestopt
  6. hebben volgestopt
v.v.t.
  1. had volgestopt
  2. had volgestopt
  3. had volgestopt
  4. hadden volgestopt
  5. hadden volgestopt
  6. hadden volgestopt
o.t.t.t.
  1. zal volstoppen
  2. zult volstoppen
  3. zal volstoppen
  4. zullen volstoppen
  5. zullen volstoppen
  6. zullen volstoppen
o.v.t.t.
  1. zou volstoppen
  2. zou volstoppen
  3. zou volstoppen
  4. zouden volstoppen
  5. zouden volstoppen
  6. zouden volstoppen
diversen
  1. stop vol!
  2. stopt vol!
  3. volgestopt
  4. volstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for volstoppen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abarrotar voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten overvoeren
atiborrar voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten volpompen
comer con glotonería voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten binnenkrijgen; oppeuzelen; opslokken; opvreten; verslinden; verzwelgen; zwelgen

Wiktionary Translations for volstoppen:


Cross Translation:
FromToVia
volstoppen embozar; obturar; tapar; obstruir; bloquear boucher — Traductions à trier suivant le sens