Dutch
Detailed Translations for voorhebben from Dutch to Spanish
voorhebben:
-
voorhebben (van plan zijn)
Conjugations for voorhebben:
o.t.t.
- heb voor
- hebt voor
- hebt voor
- hebben voor
- hebben voor
- hebben voor
o.v.t.
- had voor
- had voor
- had voor
- hadden voor
- hadden voor
- hadden voor
v.t.t.
- heb voorgehad
- hebt voorgehad
- heeft voorgehad
- hebben voorgehad
- hebben voorgehad
- hebben voorgehad
v.v.t.
- had voorgehad
- had voorgehad
- had voorgehad
- hadden voorgehad
- hadden voorgehad
- hadden voorgehad
o.t.t.t.
- zal voorhebben
- zult voorhebben
- zal voorhebben
- zullen voorhebben
- zullen voorhebben
- zullen voorhebben
o.v.t.t.
- zou voorhebben
- zou voorhebben
- zou voorhebben
- zouden voorhebben
- zouden voorhebben
- zouden voorhebben
diversen
- heb voor!
- hebt voor!
- voorgehad
- voorhebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorhebben:
Verb | Related Translations | Other Translations |
intentar | van plan zijn; voorhebben | beproeven; betrachten; ijveren; pogen; proberen; streven; trachten; uitproberen |
tener la intención | van plan zijn; voorhebben | zijn zinnen zetten op |