Dutch
Detailed Translations for wasem from Dutch to Spanish
wasem:
-
de wasem (uitwaseming; zichtbare damp)
Translation Matrix for wasem:
Noun | Related Translations | Other Translations |
emanación | uitwaseming; wasem; zichtbare damp | |
exhalación | uitwaseming; wasem; zichtbare damp | |
vaho | uitwaseming; wasem; zichtbare damp | damp; heiigheid; rook; waas; walm |
vapor | uitwaseming; wasem; zichtbare damp | boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoom; stoomschip; vaartuig |
Related Words for "wasem":
wasem form of wasemen:
-
wasemen (uitwasemen; stomen; dampen)
Conjugations for wasemen:
o.t.t.
- wasem
- wasemt
- wasemt
- wasemen
- wasemen
- wasemen
o.v.t.
- wasemde
- wasemde
- wasemde
- wasemden
- wasemden
- wasemden
v.t.t.
- heb gewasemd
- hebt gewasemd
- heeft gewasemd
- hebben gewasemd
- hebben gewasemd
- hebben gewasemd
v.v.t.
- had gewasemd
- had gewasemd
- had gewasemd
- hadden gewasemd
- hadden gewasemd
- hadden gewasemd
o.t.t.t.
- zal wasemen
- zult wasemen
- zal wasemen
- zullen wasemen
- zullen wasemen
- zullen wasemen
o.v.t.t.
- zou wasemen
- zou wasemen
- zou wasemen
- zouden wasemen
- zouden wasemen
- zouden wasemen
diversen
- wasem!
- wasemt!
- gewasemd
- wasemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wasemen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
exhalar | dampen; stomen; uitwasemen; wasemen | dampen; roken; rook afgeven; transpireren; verdampen; walm afgeven; walmen; zweten |