Dutch
Detailed Translations for weerlicht from Dutch to Spanish
weerlicht:
-
de weerlicht (bliksem)
Translation Matrix for weerlicht:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rayo | bliksem; weerlicht | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; hemelvuur; schicht; spaak; straal; straalbundel; stralenbundel |
relámpago | bliksem; weerlicht | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; hemelvuur; schicht |
Related Words for "weerlicht":
weerlicht form of weerlichten:
-
weerlichten (bliksemen; lichten)
relàmpaguear; levantar a tiros; levantar; clarecer-
relàmpaguear verbe
-
levantar a tiros verbe
-
levantar verbe
-
clarecer verbe
-
Conjugations for weerlichten:
o.t.t.
- weerlicht
- weerlicht
- weerlicht
- weerlichten
- weerlichten
- weerlichten
o.v.t.
- weerlichtte
- weerlichtte
- weerlichtte
- weerlichtten
- weerlichtten
- weerlichtten
v.t.t.
- heb geweerlicht
- hebt geweerlicht
- heeft geweerlicht
- hebben geweerlicht
- hebben geweerlicht
- hebben geweerlicht
v.v.t.
- had geweerlicht
- had geweerlicht
- had geweerlicht
- hadden geweerlicht
- hadden geweerlicht
- hadden geweerlicht
o.t.t.t.
- zal weerlichten
- zult weerlichten
- zal weerlichten
- zullen weerlichten
- zullen weerlichten
- zullen weerlichten
o.v.t.t.
- zou weerlichten
- zou weerlichten
- zou weerlichten
- zouden weerlichten
- zouden weerlichten
- zouden weerlichten
diversen
- weerlicht!
- weerlichtt!
- geweerlicht
- weerlichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het weerlichten (bliksems)