Dutch
Detailed Translations for woonachtig from Dutch to Spanish
woonachtig:
-
woonachtig (gevestigd; zetelend)
establecido; residente; domiciliado; asentado; con sede en-
establecido adj
-
residente adj
-
domiciliado adj
-
asentado adj
-
con sede en adj
-
Translation Matrix for woonachtig:
Noun | Related Translations | Other Translations |
residente | bewoner; huisbewoner; ingezetene; inwoner | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
asentado | gevestigd; woonachtig; zetelend | competent; deskundig; gevestigd; gezeten; ingetrokken; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig |
con sede en | gevestigd; woonachtig; zetelend | gevestigd; gezeteld; gezeten; ingetrokken |
domiciliado | gevestigd; woonachtig; zetelend | gevestigd; gezeten |
establecido | gevestigd; woonachtig; zetelend | bepaald; gedetermineerd; gefundeerd; gegrond; geschat; gesetteld; gesticht; gevestigd; gezeten; ingetrokken; opgericht |
residente | gevestigd; woonachtig; zetelend | gedomicilieerd |