Dutch
Detailed Translations for zacht ruisen from Dutch to Spanish
zacht ruisen:
-
zacht ruisen (ruisen)
-
zacht ruisen
Translation Matrix for zacht ruisen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cotorrear | leuten | |
sussurar suavemente | zacht ruisen | |
susurrar | geruis; ruis | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cotorrear | ruisen; zacht ruisen | babbelen; belasteren; etteren; griepen; ijlen; kakelen; keuvelen; kletsen; kletspraat verkopen; klieren; kwaadspreken; kwaken; kwebbelen; kwetteren; lasteren; leuteren; lullen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; ratelen; roddelen; snateren; wartaal spreken; zeiken; zeveren; zwammen; zwetsen |
murmurar | ruisen; zacht ruisen | kabbelen; klateren; knorren; knorrend geluid maken; mompelen; prevelen; ruisen; suizelen; suizen |
susurrar | ruisen; zacht ruisen | knisperen; ritselen; ruisen; suizelen; suizen |