Dutch

Detailed Translations for zender from Dutch to Spanish

zender:

zender [de ~ (m)] nom

  1. de zender (afzender; verzender)
    el remitente
  2. de zender (afzender; verzender; zendster)
    el remitente; el expedidor; el fletador
  3. de zender (zendinstallatie)
    la emisora; el transmisor; el equipo transmisor; el equipo emisor
  4. de zender (radiostation; stations; zendstation)

Translation Matrix for zender:

NounRelated TranslationsOther Translations
emisora radiostation; stations; zender; zendinstallatie; zendstation
emisora de radiodifusión radiostation; stations; zender; zendstation
equipo emisor zender; zendinstallatie
equipo transmisor zender; zendinstallatie
estaciones radiostation; stations; zender; zendstation
estación emisora radiostation; stations; zender; zendstation
expedidor afzender; verzender; zender; zendster expediteur; transporteur; transportondernemer; verscheper; vervoerder; voerman; vrachtondernemer; vrachtrijder; vrachtvervoerder; vrachtwagenchauffeur
fletador afzender; verzender; zender; zendster verscheper
remitente afzender; verzender; zender; zendster afzendster; inzendster; verzendster
transmisor radiostation; stations; zender; zendinstallatie; zendstation seintoestel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
remitente afzender

Related Words for "zender":

  • zenders, zendertje, zendertjes

Wiktionary Translations for zender:


Cross Translation:
FromToVia
zender canal channel — broadcasting: specific radio frequency or band of frequencies
zender canal channel — broadcasting: specific radio frequency or band of frequencies used for transmitting television
zender remitente envoyeur — Celui, celle qui envoyer.