Dutch
Detailed Translations for zoetheid from Dutch to Spanish
zoetheid:
-
de zoetheid (liefheid)
Translation Matrix for zoetheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dulzor | liefheid; zoetheid | |
dulzura | liefheid; zoetheid | clementie; compassie; gevoeligheid; goedaardigheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; hartelijkheid; innigheid; lekkers; liefkozing; mildheid; snoepgoed; snoepjes; tederheid; toegevendheid; tolerantie; verdraagzaamheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zachtheid; zoetigheid |
suavidad | liefheid; zoetheid | bijstand; clementie; compassie; gevoeligheid; goedaardigheid; goedertierenheid; hartelijkheid; hulp; innigheid; liefkozing; maatschappelijke hulpverlening; mildheid; ondersteuning; steun; tederheid; welwillendheid; zachtheid |
Related Words for "zoetheid":
zoetheid form of zoet:
-
zoet (braaf; lief; voorbeeldig; deugdzaam)
-
zoet (gesuikerd)
-
zoet (zoetsmakend)
Translation Matrix for zoet:
Related Words for "zoet":
Synonyms for "zoet":
Antonyms for "zoet":
Related Definitions for "zoet":
Wiktionary Translations for zoet:
zoet
Cross Translation:
adjective
-
ter omschrijving van een vaak als aangename ervaren smaak zoals die van suiker
- zoet → dulce
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zoet | → dulce; simple | ↔ fresh — without salt |
• zoet | → dulce; rico; sabroso; gustoso | ↔ sweet — having a pleasant taste |
• zoet | → dulce | ↔ sweet — having a taste of sugar |
• zoet | → azucarado | ↔ sweet — containing a sweetening ingredient |
• zoet | → dulce | ↔ sweet — not having a salty taste |
• zoet | → dulce; fragante; oloroso | ↔ sweet — having a pleasant smell |
• zoet | → dulce | ↔ süß — Geschmacksrichtung von Zucker oder Honig |
• zoet | → blando; suave; dulce; embotado; obtuso; apacible | ↔ doux — Traductions à trier suivant le sens. |
• zoet | → dulce | ↔ friandise — confiserie ou pâtisserie de petite taille. |
• zoet | → encantador; cautivador; dulce; amable; afable | ↔ gentil — agréable, charmant, mignon, aimable. Qui a une certaine grâce, un certain agrément délicat. |
• zoet | → dulce | ↔ sucré — Qui a un goût de sucre. |