Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zondig:
  2. zondigen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zondig from Dutch to Spanish

zondig:


Translation Matrix for zondig:

NounRelated TranslationsOther Translations
escandaloso brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
escandaloso zondig aanstootgevend; aanstotelijk; eerloos; infaam; schandaleus; schandalig; schandelijk; verfoeilijk
inaudito zondig schandalig; schandelijk; verfoeilijk
incalificable zondig schandalig; schandelijk; verfoeilijk
indecente zondig aan lager wal; aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; bedorven; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; obsceen; onbehoorlijk; onbetamelijk; onedel; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onkies; onkuis; onpassend; onrein; ontaard; onvertogen; onwelgevoegelijk; onwelgevoeglijk; onwelvoegelijk; onzedelijk; onzedig; onzindelijk; ploertig; rot; rottig; schandalig; schandelijk; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; verfoeilijk; vergaan; verkeerd; verlopen; verrot; vies; vlegelachtig; vunzig; zedeloos
indignante zondig godgeklaagd; hemeltergend; ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; schandalig; schandelijk; ten hemel schreiend; uitstekend; verfoeilijk; weergaloos; zeer ergerlijk
pecaminoso zondig amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos

Related Words for "zondig":

  • zondigheid, zondigst, zondigste, zondige

Wiktionary Translations for zondig:


Cross Translation:
FromToVia
zondig inicuo; pecaminoso iniquitous — sinful
zondig pecaminoso sinful — of or relating to sin

zondig form of zondigen:

zondigen verbe (zondig, zondigt, zondigde, zondigden, gezondigd)

  1. zondigen (een zonde begaan)

Conjugations for zondigen:

o.t.t.
  1. zondig
  2. zondigt
  3. zondigt
  4. zondigen
  5. zondigen
  6. zondigen
o.v.t.
  1. zondigde
  2. zondigde
  3. zondigde
  4. zondigden
  5. zondigden
  6. zondigden
v.t.t.
  1. heb gezondigd
  2. hebt gezondigd
  3. heeft gezondigd
  4. hebben gezondigd
  5. hebben gezondigd
  6. hebben gezondigd
v.v.t.
  1. had gezondigd
  2. had gezondigd
  3. had gezondigd
  4. hadden gezondigd
  5. hadden gezondigd
  6. hadden gezondigd
o.t.t.t.
  1. zal zondigen
  2. zult zondigen
  3. zal zondigen
  4. zullen zondigen
  5. zullen zondigen
  6. zullen zondigen
o.v.t.t.
  1. zou zondigen
  2. zou zondigen
  3. zou zondigen
  4. zouden zondigen
  5. zouden zondigen
  6. zouden zondigen
diversen
  1. zondig!
  2. zondigt!
  3. gezondigd
  4. zondigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zondigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
caer en el pecado de een zonde begaan; zondigen bezondigen
pecar een zonde begaan; zondigen

Wiktionary Translations for zondigen:

zondigen
verb
  1. het overtreden van een religieuze wet

Cross Translation:
FromToVia
zondigen pecar péchertransgresser la loi divine ou religieux.