Summary
Dutch to French: more detail...
- overspannen:
-
Wiktionary:
- overspannen → surmené
- overspannen → tendre trop, tendre trop fort, franchir
Dutch
Detailed Translations for overspannen from Dutch to French
overspannen:
-
overspannen (met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen)
enjamber; gainer; couvrir; serrer; mouler; entourer de-
enjamber verbe (enjambe, enjambes, enjambons, enjambez, enjambent, enjambais, enjambait, enjambions, enjambiez, enjambaient, enjambai, enjambas, enjamba, enjambâmes, enjambâtes, enjambèrent, enjamberai, enjamberas, enjambera, enjamberons, enjamberez, enjamberont)
-
gainer verbe
-
couvrir verbe (couvre, couvres, couvrons, couvrez, couvrent, couvrais, couvrait, couvrions, couvriez, couvraient, couvris, couvrit, couvrîmes, couvrîtes, couvrirent, couvrirai, couvriras, couvrira, couvrirons, couvrirez, couvriront)
-
serrer verbe (serre, serres, serrons, serrez, serrent, serrais, serrait, serrions, serriez, serraient, serrai, serras, serra, serrâmes, serrâtes, serrèrent, serrerai, serreras, serrera, serrerons, serrerez, serreront)
-
mouler verbe (moule, moules, moulons, moulez, moulent, moulais, moulait, moulions, mouliez, moulaient, moulai, moulas, moula, moulâmes, moulâtes, moulèrent, moulerai, mouleras, moulera, moulerons, moulerez, mouleront)
-
entourer de verbe
-
Conjugations for overspannen:
o.t.t.
- overspan
- overspant
- overspant
- overspannen
- overspannen
- overspannen
o.v.t.
- overspande
- overspande
- overspande
- overspanden
- overspanden
- overspanden
v.t.t.
- heb overspannen
- hebt overspannen
- heeft overspannen
- hebben overspannen
- hebben overspannen
- hebben overspannen
v.v.t.
- had overspannen
- had overspannen
- had overspannen
- hadden overspannen
- hadden overspannen
- hadden overspannen
o.t.t.t.
- zal overspannen
- zult overspannen
- zal overspannen
- zullen overspannen
- zullen overspannen
- zullen overspannen
o.v.t.t.
- zou overspannen
- zou overspannen
- zou overspannen
- zouden overspannen
- zouden overspannen
- zouden overspannen
en verder
- is overspannen
- zijn overspannen
diversen
- overspan!
- overspant!
- overspannen
- overspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
overspannen (overwerkt)
-
overspannen (gestresst; aan stress lijdend)
Translation Matrix for overspannen:
Related Words for "overspannen":
Related Definitions for "overspannen":
Wiktionary Translations for overspannen:
overspannen
adjective
-
ziek door een te zware belasting op geestelijk vlak
- overspannen → surmené
-
te sterk gespannen
- overspannen → tendre trop; tendre trop fort
-
ergens overheen spannen
- overspannen → franchir