Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. rondgang:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rondgang from Dutch to French

rondgang:

rondgang [de ~ (m)] nom

  1. de rondgang (zijn ronde doen; omgang; rondje; toer)
    le fait de faire sa ronde; le tour; la tournée; la ronde

Translation Matrix for rondgang:

NounRelated TranslationsOther Translations
fait de faire sa ronde omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
ronde omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen afstand; baan; baanvak; cirkel; etappe; kraaiennest; kring; omgang; pad; rei; reidans; ronde; rondedans; rondje; route; tournee; traject; uitkijk; weg
tour omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen afstand; baan; baanvak; behendigheid; beurt; burchttoren; cirkel; draai; draaibank; etappe; expeditie; foefje; gekke streek; handigheid; kasteeltoren; kneep; kneepje; kring; kuier; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loopje; maniertje; mars; omdraaiing; omgang; omgang hebben met; omloop; ommetje; omwenteling; pad; poets; rare streek; reis; rit; ronde; ronde doen; rondje; rondreis; rondrit; route; slimheid; slottoren; sluwe streek; spelletje; streek; tocht; tochtje; toer; toertje; toren; torenflat; torengebouw; torentje; tour; tournee; traject; trektocht; trip; truc; uitje; uitstapje; wandeling; wandeltocht; weg; wending; wolkenkrabber
tournée omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen afstand; baan; baanvak; etappe; pad; rit; ronde; rondreis; rondrit; route; tochtje; toer; tour; tournee; traject; trip; weg

Related Words for "rondgang":

  • rondgangen

Wiktionary Translations for rondgang:

rondgang
noun
  1. het afleggen van een rondgaande weg
  2. het draaien om een spil
  3. het afleggen van bezoeken in een kring