Summary
Dutch
Detailed Translations for afwachten from Dutch to French
afwachten:
-
afwachten (wachten)
attendre; guetter-
attendre verbe (attends, attend, attendons, attendez, attendent, attendais, attendait, attendions, attendiez, attendaient, attendis, attendit, attendîmes, attendîtes, attendirent, attendrai, attendras, attendra, attendrons, attendrez, attendront)
-
guetter verbe (guette, guettes, guettons, guettez, guettent, guettais, guettait, guettions, guettiez, guettaient, guettai, guettas, guetta, guettâmes, guettâtes, guettèrent, guetterai, guetteras, guettera, guetterons, guetterez, guetteront)
-
-
afwachten
Conjugations for afwachten:
o.t.t.
- wacht af
- wacht af
- wacht af
- wachten af
- wachten af
- wachten af
o.v.t.
- wachtte af
- wachtte af
- wachtte af
- wachtten af
- wachtten af
- wachtten af
v.t.t.
- heb afgewacht
- hebt afgewacht
- heeft afgewacht
- hebben afgewacht
- hebben afgewacht
- hebben afgewacht
v.v.t.
- had afgewacht
- had afgewacht
- had afgewacht
- hadden afgewacht
- hadden afgewacht
- hadden afgewacht
o.t.t.t.
- zal afwachten
- zult afwachten
- zal afwachten
- zullen afwachten
- zullen afwachten
- zullen afwachten
o.v.t.t.
- zou afwachten
- zou afwachten
- zou afwachten
- zouden afwachten
- zouden afwachten
- zouden afwachten
diversen
- wacht af!
- wacht af!
- afgewacht
- afwachtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afwachten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
attente | afwachten | afwachting; dracht; hoop; opwachten; verwachting; zwangerschap |
guetter | loeren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
attendre | afwachten; wachten | opwachten |
guetter | afwachten; wachten | begluren; beloeren; bespieden; gluren; koekeloeren; loeren; scherp kijken; stiekem kijken; verspieden |
patienter | afwachten |