Dutch

Detailed Translations for onbeholpenheid from Dutch to French

onbeholpenheid:

onbeholpenheid [de ~ (v)] nom

  1. de onbeholpenheid (onhandigheid)
    la maladresse; la gaucherie; l'incommodité

Translation Matrix for onbeholpenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
gaucherie onbeholpenheid; onhandigheid gehaspel; stumperigheid; verstijfdheid
incommodité onbeholpenheid; onhandigheid kwaaltje
maladresse onbeholpenheid; onhandigheid blunder; flater; gebroddel; gehaspel; geklungel; stumperigheid

Related Words for "onbeholpenheid":


Wiktionary Translations for onbeholpenheid:


Cross Translation:
FromToVia
onbeholpenheid maladresse awkwardness — the state or quality of being awkward

onbeholpen:


Translation Matrix for onbeholpen:

NounRelated TranslationsOther Translations
gauche linkerkant; linkerzijde
lâche groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
maladroit klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
maladroit klungelig; links
ModifierRelated TranslationsOther Translations
avec maladresse krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig sukkelend
avec raideur krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig houterig; stijf; stijve; stram; stroef
dégingandé krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig onhandig; slungelig; stuntelig
embarrassé krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bedeesd; beschaamd; beschroomd; bleu; gegeneerd; ongemakkelijk; opgelaten; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
gauche krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig abrupt; eensklaps; harkerig; houterig; ineens; linker; links; lomp; onelegant; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plomp; plots; plotseling; plotsklaps; stijf; stijve; stoethaspelig; stram; stroef; sukkelend
gauchement krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig sukkelend
inncommode krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
lâche krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bleekjes; grauw; mistroostig; onedelmoedig; pips; slap; slapjes; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; wee; ziekelijk; zwak
mal à l'aise krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
maladif krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bleekjes; misselijk; naar; ongezond; onpasselijk; onwel; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; ziekjes; zwak
maladivement krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
maladroit gebrekkig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bot; lomp; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onelegant; ongemanierd; onopgevoed; plomp; sukkelend
maladroitement gebrekkig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig slap; slapjes; sukkelend
malhabile gebrekkig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
peu maniable krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig onhandelbaar; tegendraads
raide krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig afgemeten; beschonken; bezopen; chagrijnig; dronken; harkerig; houterig; knorrig; korzelig; ladderzat; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; opgemeten; platzak; star; stijf; stijfjes; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; stug; taai; verstard; zat
relâché krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bevrijd; gered; loshangend; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; slap; slapjes; verlost; vrij hangend; vrijgegeven
sans force krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig dood; energieloos; futloos; geesteloos; krachteloos; lamlendig; landerig; levenloos; lusteloos; machteloos; mat; niet bezield; onbezield; onmachtig; slap; slapjes
à pas raides krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig

Related Words for "onbeholpen":