Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: vleiend

Dutch and French Search Results for: vleiend

Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vleiend:
  2. vleien:
  3. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for vleiend from Dutch to French

vleiend:

vleiend adj

  1. vleiend (complimenteus; flatterend; strelend)
    complimenteur; flatteur; flatteusement

Translation Matrix for vleiend:

NounRelated TranslationsOther Translations
flatteur hielenlikker; kruiper; lage vleier; mooiprater; strooplikker; vleier
ModifierRelated TranslationsOther Translations
complimenteur complimenteus; flatterend; strelend; vleiend flatterend; vleierig
flatteur complimenteus; flatterend; strelend; vleiend flatterend; flatteus; vleierig
flatteusement complimenteus; flatterend; strelend; vleiend

Wiktionary Translations for vleiend:

Cross Translation:
FromToVia
• vleiend → flatteur; laudatif ↔ complimentary — in the nature of a compliment

vleien:

vleien verbe (vlei, vleit, vleide, vleiden, gevleid)

  1. vleien (stroop om de mond smeren; kruipen; flikflooien; flatteren; vlemen)
    flatter; manier la brosse à reluire; marcher à quatre pattes; flagorner; ramper
    • flatter verbe (flatte, flattes, flattons, flattez, )
    • flagorner verbe (flagorne, flagornes, flagornons, flagornez, )
    • ramper verbe (rampe, rampes, rampons, rampez, )

Conjugations for vleien:

o.t.t.
  1. vlei
  2. vleit
  3. vleit
  4. vleien
  5. vleien
  6. vleien
o.v.t.
  1. vleide
  2. vleide
  3. vleide
  4. vleiden
  5. vleiden
  6. vleiden
v.t.t.
  1. heb gevleid
  2. hebt gevleid
  3. heeft gevleid
  4. hebben gevleid
  5. hebben gevleid
  6. hebben gevleid
v.v.t.
  1. had gevleid
  2. had gevleid
  3. had gevleid
  4. hadden gevleid
  5. hadden gevleid
  6. hadden gevleid
o.t.t.t.
  1. zal vleien
  2. zult vleien
  3. zal vleien
  4. zullen vleien
  5. zullen vleien
  6. zullen vleien
o.v.t.t.
  1. zou vleien
  2. zou vleien
  3. zou vleien
  4. zouden vleien
  5. zouden vleien
  6. zouden vleien
diversen
  1. vlei!
  2. vleit!
  5. gevleid
  6. vleiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vleien [znw.] nom

  1. vleien (streling; liefkozing; aanhalen; )
    la caresse; le câlin; la cajolerie; la flatterie; la caresses; la câlinerie

Translation Matrix for vleien:

NounRelated TranslationsOther Translations
cajolerie aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien aanhalen; aanhaling; compliment; geknuffel; knuffel; liefkozing; streling; vleierij
caresse aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien aanhalen; aanhaling; geknuffel; knuffel; liefkozing; streling
caresses aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien geknuffel; geminnekoos; gevrij; liefkozing; vrijerij
câlin aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien
câlinerie aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien aanhalen; aanhaling; knuffel; knuffelpartij; liefkozing; streling
flatterie aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien compliment; mooidoenerij; mooipraterij; vleierij
VerbRelated TranslationsOther Translations
flagorner flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen flemen; flikflooien
flatter flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen flatteren; flemen; flikflooien; goed staan; knuffelen; liefkozen
manier la brosse à reluire flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen
marcher à quatre pattes flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen
ramper flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen bekruipen; het gevoel krijgen; kruipen; schuifelen; zich langzaam voortbewegen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
câlin flatterend; flatteus; vleierig

Wiktionary Translations for vleien:

vleien
verb
  1. flatter quelqu’un avec excès par bassesse ou par intérêt.
  2. (familier, fr) flatter quelqu’un pour le disposer à ce qu’on désirer de lui.
Cross Translation:
FromToVia
• vleien → flatter ↔ butter up — to flatter
• vleien → flagorner ↔ fawn — seek favour by flattery
• vleien → flatter ↔ schmeicheln — mit Dativ: versuchen, jemandem zu gefallen oder jemanden zu beeinflussen, indem man Sachen sagt, die der andere gerne hört, die aber nicht unbedingt der eigenen Meinung entsprechen.







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0507 seconds
Page rendered in 1.0 seconds