Dutch
Detailed Translations for woelen from Dutch to French
woelen:
-
woelen (wroeten; wurmen)
fouiller; fouir-
fouiller verbe (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, fouillent, fouillais, fouillait, fouillions, fouilliez, fouillaient, fouillai, fouillas, fouilla, fouillâmes, fouillâtes, fouillèrent, fouillerai, fouilleras, fouillera, fouillerons, fouillerez, fouilleront)
-
fouir verbe (fouis, fouit, fouissons, fouissez, fouissent, fouissais, fouissait, fouissions, fouissiez, fouissaient, fouîmes, fouîtes, fouirent, fouirai, fouiras, fouira, fouirons, fouirez, fouiront)
-
Conjugations for woelen:
o.t.t.
- woel
- woelt
- woelt
- woelen
- woelen
- woelen
o.v.t.
- woelde
- woelde
- woelde
- woelden
- woelden
- woelden
v.t.t.
- heb gewoeld
- hebt gewoeld
- heeft gewoeld
- hebben gewoeld
- hebben gewoeld
- hebben gewoeld
v.v.t.
- had gewoeld
- had gewoeld
- had gewoeld
- hadden gewoeld
- hadden gewoeld
- hadden gewoeld
o.t.t.t.
- zal woelen
- zult woelen
- zal woelen
- zullen woelen
- zullen woelen
- zullen woelen
o.v.t.t.
- zou woelen
- zou woelen
- zou woelen
- zouden woelen
- zouden woelen
- zouden woelen
diversen
- woel!
- woelt!
- gewoeld
- woelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for woelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fouiller | aftasten; afvoelen; tasten; voelen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fouiller | woelen; wroeten; wurmen | aftasten; afvoelen; afzoeken; bevoelen; doorzoeken; fouilleren; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; onderzoeken; rechercheren; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; verkennen; visiteren; zien te vinden; zoeken |
fouir | woelen; wroeten; wurmen |