Dutch
Detailed Translations for opstropen from Dutch to French
opstropen:
-
opstropen (oprollen)
rouler; retrousser; trousser; relever-
rouler verbe (roule, roules, roulons, roulez, roulent, roulais, roulait, roulions, rouliez, roulaient, roulai, roulas, roula, roulâmes, roulâtes, roulèrent, roulerai, rouleras, roulera, roulerons, roulerez, rouleront)
-
retrousser verbe (retrousse, retrousses, retroussons, retroussez, retroussent, retroussais, retroussait, retroussions, retroussiez, retroussaient, retroussai, retroussas, retroussa, retroussâmes, retroussâtes, retroussèrent, retrousserai, retrousseras, retroussera, retrousserons, retrousserez, retrousseront)
-
trousser verbe (trousse, trousses, troussons, troussez, troussent, troussais, troussait, troussions, troussiez, troussaient, troussai, troussas, troussa, troussâmes, troussâtes, troussèrent, trousserai, trousseras, troussera, trousserons, trousserez, trousseront)
-
relever verbe (relève, relèves, relevons, relevez, relèvent, relevais, relevait, relevions, releviez, relevaient, relevai, relevas, releva, relevâmes, relevâtes, relevèrent, relèverai, relèveras, relèvera, relèverons, relèverez, relèveront)
-
Conjugations for opstropen:
o.t.t.
- stroop op
- stroopt op
- stroopt op
- stropen op
- stropen op
- stropen op
o.v.t.
- stroopte op
- stroopte op
- stroopte op
- stroopten op
- stroopten op
- stroopten op
v.t.t.
- heb opgestroopt
- hebt opgestroopt
- heeft opgestroopt
- hebben opgestroopt
- hebben opgestroopt
- hebben opgestroopt
v.v.t.
- had opgestroopt
- had opgestroopt
- had opgestroopt
- hadden opgestroopt
- hadden opgestroopt
- hadden opgestroopt
o.t.t.t.
- zal opstropen
- zult opstropen
- zal opstropen
- zullen opstropen
- zullen opstropen
- zullen opstropen
o.v.t.t.
- zou opstropen
- zou opstropen
- zou opstropen
- zouden opstropen
- zouden opstropen
- zouden opstropen
diversen
- stroop op!
- stroopt op!
- opgestroopt
- opstropend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opstropen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
relever | oprollen; opstropen | gaan staan; hoger maken; hooghouden; in de hoogte houden; loshalen; naar buiten halen; omhooghalen; omhooghouden; omhoogkomen; ophalen; ophogen; ophouden; opkalefateren; opklappen; opknappen; oplappen; opstaan; opvijzelen; uithalen; verheffen; verhogen |
retrousser | oprollen; opstropen | ontvellen; stropen |
rouler | oprollen; opstropen | afzetten; bedotten; draaien; foppen; in de maling nemen; kantelen; neppen; ontvellen; rollen; ronddraaien; roteren; stropen; taxiën; te pakken nemen; tillen; verneuken; voor de gek houden; wegrollen; wentelen |
trousser | oprollen; opstropen | ontvellen; stropen |