Dutch
Detailed Translations for uitzonderen from Dutch to French
uitzonderen:
-
uitzonderen
excepter; exclure-
excepter verbe (excepte, exceptes, exceptons, exceptez, exceptent, exceptais, exceptait, exceptions, exceptiez, exceptaient, exceptai, exceptas, excepta, exceptâmes, exceptâtes, exceptèrent, excepterai, excepteras, exceptera, excepterons, excepterez, excepteront)
-
exclure verbe (exclus, exclut, excluons, excluez, excluent, excluais, excluait, excluions, excluiez, excluaient, exclûmes, exclûtes, exclurent, exclurai, excluras, exclura, exclurons, exclurez, excluront)
-
Conjugations for uitzonderen:
o.t.t.
- zonder uit
- zondert uit
- zondert uit
- zonderen uit
- zonderen uit
- zonderen uit
o.v.t.
- zonderde uit
- zonderde uit
- zonderde uit
- zonderden uit
- zonderden uit
- zonderden uit
v.t.t.
- heb uitgezonderd
- hebt uitgezonderd
- heeft uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
v.v.t.
- had uitgezonderd
- had uitgezonderd
- had uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
o.t.t.t.
- zal uitzonderen
- zult uitzonderen
- zal uitzonderen
- zullen uitzonderen
- zullen uitzonderen
- zullen uitzonderen
o.v.t.t.
- zou uitzonderen
- zou uitzonderen
- zou uitzonderen
- zouden uitzonderen
- zouden uitzonderen
- zouden uitzonderen
en verder
- ben uitgezonderd
- bent uitgezonderd
- is uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
diversen
- zonder uit!
- zondert uit!
- uitgezonderd
- uitzonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitzonderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
exception | uitzonderen | uitzondering |
Verb | Related Translations | Other Translations |
excepter | uitzonderen | buitensluiten; uitsluiten |
exclure | uitzonderen | buitensluiten; diskwalificeren; iemand schrappen; royeren; uitgooien; uitsluiten; uitwerpen |
Wiktionary Translations for uitzonderen:
uitzonderen
Cross Translation:
verb
uitzonderen
-
buiten een bepaalde regel plaatsen
- uitzonderen → excepter
verb
-
exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose.
-
désigner une personne ou une chose comme n’étant pas comprendre dans un nombre, dans une règle ou dans une situation où il sembler qu’elle devoir l’être.
-
rendre exempt, affranchir de quelque chose.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitzonderen | → faire une exception; excepter | ↔ except — to exclude |