Dutch
Detailed Translations for wegstoten from Dutch to French
wegstoten:
-
wegstoten (wegtrappen)
dégager; chasser à coups de pieds-
dégager verbe (dégage, dégages, dégagons, dégagez, dégagent, dégagais, dégagait, dégagions, dégagiez, dégagaient, dégagai, dégagas, dégaga, dégagâmes, dégagâtes, dégagèrent, dégagerai, dégageras, dégagera, dégagerons, dégagerez, dégageront)
-
chasser à coups de pieds verbe
-
Conjugations for wegstoten:
o.t.t.
- stoot weg
- stoot weg
- stoot weg
- stoten weg
- stoten weg
- stoten weg
o.v.t.
- stootte weg
- stootte weg
- stootte weg
- stootten weg
- stootten weg
- stootten weg
v.t.t.
- heb weggestoten
- hebt weggestoten
- heeft weggestoten
- hebben weggestoten
- hebben weggestoten
- hebben weggestoten
v.v.t.
- had weggestoten
- had weggestoten
- had weggestoten
- hadden weggestoten
- hadden weggestoten
- hadden weggestoten
o.t.t.t.
- zal wegstoten
- zult wegstoten
- zal wegstoten
- zullen wegstoten
- zullen wegstoten
- zullen wegstoten
o.v.t.t.
- zou wegstoten
- zou wegstoten
- zou wegstoten
- zouden wegstoten
- zouden wegstoten
- zouden wegstoten
diversen
- stoot weg!
- stoot weg!
- weggestoten
- wegstotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wegstoten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dégager | wegruimen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
chasser à coups de pieds | wegstoten; wegtrappen | |
dégager | wegstoten; wegtrappen | afscheiden; afvoeren; banen; bevrijden; detacheren; emanciperen; loskrijgen; losmaken; lostornen; loswerken; lozen; scheiden; tewerkstellen; tornen; uithalen; uitscheiden; uitstoten; uittrekken; uitwerpen; uitzenden; verlossen; vrijmaken; vrijvechten |
Wiktionary Translations for wegstoten:
wegstoten
verb
-
Pousser en arrière, rejeter ; faire reculer quelqu’un, écarter de soi quelque chose.
- repousser → afslaan; afwijzen; verwerpen; weigeren; wraken; nee zeggen tegen; afkeuren; terugwijzen; vertikken; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; heruitzenden; het oneens zijn; afstoten; verdringen; verduwen; wegdringen; wegduwen; wegstoten; uitdrijven; verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen