Dutch
Detailed Translations for inschakelen from Dutch to French
inschakelen:
-
inschakelen (aanzetten; aandoen; starten; aanmaken)
allumer; mettre en marche; brancher sur; établir le contact; faire marcher; faire fonctionner; mettre en circuit-
allumer verbe (allume, allumes, allumons, allumez, allument, allumais, allumait, allumions, allumiez, allumaient, allumai, allumas, alluma, allumâmes, allumâtes, allumèrent, allumerai, allumeras, allumera, allumerons, allumerez, allumeront)
-
mettre en marche verbe
-
brancher sur verbe
-
établir le contact verbe
-
faire marcher verbe
-
faire fonctionner verbe
-
mettre en circuit verbe
-
-
inschakelen (aandoen; aandraaien)
enclencher; mettre en marche; faire fonctionner; mettre en circuit-
enclencher verbe (enclenche, enclenches, enclenchons, enclenchez, enclenchent, enclenchais, enclenchait, enclenchions, enclenchiez, enclenchaient, enclenchai, enclenchas, enclencha, enclenchâmes, enclenchâtes, enclenchèrent, enclencherai, enclencheras, enclenchera, enclencherons, enclencherez, enclencheront)
-
mettre en marche verbe
-
faire fonctionner verbe
-
mettre en circuit verbe
-
-
inschakelen
Conjugations for inschakelen:
o.t.t.
- schakel in
- schakelt in
- schakelt in
- schakelen in
- schakelen in
- schakelen in
o.v.t.
- schakelde in
- schakelde in
- schakelde in
- schakelden in
- schakelden in
- schakelden in
v.t.t.
- heb ingeschakeld
- hebt ingeschakeld
- heeft ingeschakeld
- hebben ingeschakeld
- hebben ingeschakeld
- hebben ingeschakeld
v.v.t.
- had ingeschakeld
- had ingeschakeld
- had ingeschakeld
- hadden ingeschakeld
- hadden ingeschakeld
- hadden ingeschakeld
o.t.t.t.
- zal inschakelen
- zult inschakelen
- zal inschakelen
- zullen inschakelen
- zullen inschakelen
- zullen inschakelen
o.v.t.t.
- zou inschakelen
- zou inschakelen
- zou inschakelen
- zouden inschakelen
- zouden inschakelen
- zouden inschakelen
en verder
- ben ingeschakeld
- bent ingeschakeld
- is ingeschakeld
- zijn ingeschakeld
- zijn ingeschakeld
- zijn ingeschakeld
diversen
- schakel in!
- schakelt in!
- ingeschakeld
- inschakelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inschakelen:
Wiktionary Translations for inschakelen:
inschakelen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inschakelen | → actionner; allumer | ↔ activate — to turn on |
• inschakelen | → autoriser; activer | ↔ enable — to make able |
• inschakelen | → allumer | ↔ switch on — to turn a switch to the "on" position |