Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: medebrengen

Dutch and French Search Results for: medebrengen

Summary

Dutch to French: more detail...

medebrengen:
- Wiktionary:
  medebrengen → amener, apporter, assembler, emmener, rassembler

Dutch

Detailed Translations for medebrengen from Dutch to French

medebrengen: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

Wiktionary Translations for medebrengen:

medebrengen

verb

mener d’un lieu à un autre.
- amener → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; aandragen; bezorgen; brengen; aanbrengen; voorleiden
porter quelque chose à quelqu’un. usage L’objet du verbe apporter est toujours un inanimé.
- apporter → brengen; bijeenbrengen; meebrengen; meenemen; medenemen; medebrengen; aandragen; bezorgen; aanbrengen
mettre ensemble.
- assembler → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; bijeenvoegen; ineenzetten; samenstellen
Mener hors du lieu où l’on est vers un autre lieu.
- emmener → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen
assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
- rassembler → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; groeperen; ophopen; opeenhopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen