Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. stoof:
  2. stoven:
  3. stuiven:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stoof from Dutch to French

stoof:

stoof [de ~] nom

  1. de stoof (voetenwarmer)
    l'étuve; le chauffe-pieds

Translation Matrix for stoof:

NounRelated TranslationsOther Translations
chauffe-pieds stoof; voetenwarmer
étuve stoof; voetenwarmer stoombad

Related Words for "stoof":


Wiktionary Translations for stoof:

stoof
noun
  1. Lieu où l'on élève à volonté la température pour provoquer la transpiration.

Cross Translation:
FromToVia
stoof feu; poêle fire — heater or stove

stoof form of stoven:

stoven verbe (stoof, stooft, stoofte, stooften, gestoofd)

  1. stoven
    cuire; mijoter
    • cuire verbe (cuis, cuit, cuisons, cuisez, )
    • mijoter verbe (mijote, mijotes, mijotons, mijotez, )

Conjugations for stoven:

o.t.t.
  1. stoof
  2. stooft
  3. stooft
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
o.v.t.
  1. stoofte
  2. stoofte
  3. stoofte
  4. stooften
  5. stooften
  6. stooften
v.t.t.
  1. heb gestoofd
  2. hebt gestoofd
  3. heeft gestoofd
  4. hebben gestoofd
  5. hebben gestoofd
  6. hebben gestoofd
v.v.t.
  1. had gestoofd
  2. had gestoofd
  3. had gestoofd
  4. hadden gestoofd
  5. hadden gestoofd
  6. hadden gestoofd
o.t.t.t.
  1. zal stoven
  2. zult stoven
  3. zal stoven
  4. zullen stoven
  5. zullen stoven
  6. zullen stoven
o.v.t.t.
  1. zou stoven
  2. zou stoven
  3. zou stoven
  4. zouden stoven
  5. zouden stoven
  6. zouden stoven
en verder
  1. ben gestoofd
  2. bent gestoofd
  3. is gestoofd
  4. zijn gestoofd
  5. zijn gestoofd
  6. zijn gestoofd
diversen
  1. stoof!
  2. stooft!
  3. gestoofd
  4. stovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stoven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
cuire stoven eten bereiden; koken; koken van woede; kokkerellen; zieden
mijoter stoven op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen

Related Words for "stoven":


stoof form of stuiven:

stuiven verbe (stuif, stuift, stoof, stoven, gestoven)

  1. stuiven
    voler; poudroyer; soulever la poussière; s'envoler en poussière
    • voler verbe (vole, voles, volons, volez, )
    • poudroyer verbe (poudroie, poudroies, poudroyons, poudroyez, )

Conjugations for stuiven:

o.t.t.
  1. stuif
  2. stuift
  3. stuift
  4. stuiven
  5. stuiven
  6. stuiven
o.v.t.
  1. stoof
  2. stoof
  3. stoof
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
v.t.t.
  1. heb gestoven
  2. hebt gestoven
  3. heeft gestoven
  4. hebben gestoven
  5. hebben gestoven
  6. hebben gestoven
v.v.t.
  1. had gestoven
  2. had gestoven
  3. had gestoven
  4. hadden gestoven
  5. hadden gestoven
  6. hadden gestoven
o.t.t.t.
  1. zal stuiven
  2. zult stuiven
  3. zal stuiven
  4. zullen stuiven
  5. zullen stuiven
  6. zullen stuiven
o.v.t.t.
  1. zou stuiven
  2. zou stuiven
  3. zou stuiven
  4. zouden stuiven
  5. zouden stuiven
  6. zouden stuiven
en verder
  1. ben gestoven
  2. bent gestoven
  3. is gestoven
  4. zijn gestoven
  5. zijn gestoven
  6. zijn gestoven
diversen
  1. stuif!
  2. stuift!
  3. gestoven
  4. stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stuiven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
poudroyer stuiven
s'envoler en poussière stuiven
soulever la poussière stuiven
voler stuiven achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; beroven; beroven van; bestelen; depriveren; fladderen; gappen; hangen; inpikken; jatten; kapen; ladelichten; leegplunderen; leegstelen; navigeren; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; per vliegtuig reizen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; te kort doen; toeëigenen; uitplunderen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; vliegen; vliegtuig besturen; wapperen; wegfutselen; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zweven

Wiktionary Translations for stuiven: