Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. weglaten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for weglaten from Dutch to French

weglaten:

weglaten verbe (laat weg, liet weg, lieten weg, weggelaten)

  1. weglaten
    omettre
    • omettre verbe (omets, omet, omettons, omettez, )

Conjugations for weglaten:

o.t.t.
  1. laat weg
  2. laat weg
  3. laat weg
  4. laten weg
  5. laten weg
  6. laten weg
o.v.t.
  1. liet weg
  2. liet weg
  3. liet weg
  4. lieten weg
  5. lieten weg
  6. lieten weg
v.t.t.
  1. heb weggelaten
  2. hebt weggelaten
  3. heeft weggelaten
  4. hebben weggelaten
  5. hebben weggelaten
  6. hebben weggelaten
v.v.t.
  1. had weggelaten
  2. had weggelaten
  3. had weggelaten
  4. hadden weggelaten
  5. hadden weggelaten
  6. hadden weggelaten
o.t.t.t.
  1. zal weglaten
  2. zult weglaten
  3. zal weglaten
  4. zullen weglaten
  5. zullen weglaten
  6. zullen weglaten
o.v.t.t.
  1. zou weglaten
  2. zou weglaten
  3. zou weglaten
  4. zouden weglaten
  5. zouden weglaten
  6. zouden weglaten
diversen
  1. laat weg!
  2. laat weg!
  3. weggelaten
  4. weglatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for weglaten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
omettre weglaten achterhouden; bemantelen; overslaan; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; verzaken; verzuimen; wegstoppen

Wiktionary Translations for weglaten:

weglaten
verb
  1. te midden van andere informatie iets niet insluiten
weglaten
verb
  1. détendre, desserrer quelque chose.
  2. manquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.

Cross Translation:
FromToVia
weglaten retrancher; déduire abate — to deduct, to omit
weglaten omettre omit — to leave out or exclude