Summary
Dutch to French: more detail...
- uitbeelden:
-
Wiktionary:
- uitbeelden → représenter
- uitbeelden → représenter, accentuer, accuser, caractériser, croquer, dépeindre, dessiner, ébaucher, esquisser, indiquer, marquer, peindre, reproduire, souligner, tracer, le, dessin, portrait, de
Dutch
Detailed Translations for uitbeelden from Dutch to French
uitbeelden:
-
uitbeelden (verpersonificeren; verbeelden; vertolken)
représenter; interpréter; personnifier; imiter-
représenter verbe (représente, représentes, représentons, représentez, représentent, représentais, représentait, représentions, représentiez, représentaient, représentai, représentas, représenta, représentâmes, représentâtes, représentèrent, représenterai, représenteras, représentera, représenterons, représenterez, représenteront)
-
interpréter verbe (interprète, interprètes, interprétons, interprétez, interprètent, interprétais, interprétait, interprétions, interprétiez, interprétaient, interprétai, interprétas, interpréta, interprétâmes, interprétâtes, interprétèrent, interpréterai, interpréteras, interprétera, interpréterons, interpréterez, interpréteront)
-
personnifier verbe (personnifie, personnifies, personnifions, personnifiez, personnifient, personnifiais, personnifiait, personnifiions, personnifiiez, personnifiaient, personnifiai, personnifias, personnifia, personnifiâmes, personnifiâtes, personnifièrent, personnifierai, personnifieras, personnifiera, personnifierons, personnifierez, personnifieront)
-
imiter verbe (imite, imites, imitons, imitez, imitent, imitais, imitait, imitions, imitiez, imitaient, imitai, imitas, imita, imitâmes, imitâtes, imitèrent, imiterai, imiteras, imitera, imiterons, imiterez, imiteront)
-
Conjugations for uitbeelden:
o.t.t.
- beeld uit
- beeldt uit
- beeldt uit
- beelden uit
- beelden uit
- beelden uit
o.v.t.
- beeldde uit
- beeldde uit
- beeldde uit
- beeldden uit
- beeldden uit
- beeldden uit
v.t.t.
- heb uitgebeeld
- hebt uitgebeeld
- heeft uitgebeeld
- hebben uitgebeeld
- hebben uitgebeeld
- hebben uitgebeeld
v.v.t.
- had uitgebeeld
- had uitgebeeld
- had uitgebeeld
- hadden uitgebeeld
- hadden uitgebeeld
- hadden uitgebeeld
o.t.t.t.
- zal uitbeelden
- zult uitbeelden
- zal uitbeelden
- zullen uitbeelden
- zullen uitbeelden
- zullen uitbeelden
o.v.t.t.
- zou uitbeelden
- zou uitbeelden
- zou uitbeelden
- zouden uitbeelden
- zouden uitbeelden
- zouden uitbeelden
en verder
- ben uitgebeeld
- bent uitgebeeld
- is uitgebeeld
- zijn uitgebeeld
- zijn uitgebeeld
- zijn uitgebeeld
diversen
- beeld uit!
- beeldt uit!
- uitgebeeld
- uitbeeldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitbeelden:
Wiktionary Translations for uitbeelden:
uitbeelden
Cross Translation:
verb
-
in beeld voorstellen
- uitbeelden → représenter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitbeelden | → représenter | ↔ represent — to portray by pictorial or plastic art |
• uitbeelden | → accentuer; accuser; caractériser; croquer; dépeindre; dessiner; ébaucher; esquisser; indiquer; marquer; peindre; représenter; reproduire; souligner; tracer; le; dessin; portrait; de | ↔ zeichnen — (transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen |