Interglot - landgoed: Dutch and French Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to French: more detail...

landgoed:
- propriété; domaine; terre
Wiktionary:
- landgoed → domaine, fonds, propriété
- landgoed → domaine, propriété, possession

Dutch

Detailed Translations for landgoed from Dutch to French

het landgoed
la propriété; le domaine; la terre
- propriété [la ~] nom
- domaine [le ~] nom
- terre [la ~] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
domaine	landgoed	bouwterrein; buitengoed; domein; erf; gaard; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; gouw; grondgebied; kavel; landstreek; oord; perceel; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksgedeelte; rijksonderdeel; sfeer; streek; terrein; territorium; tuin; zone
propriété	landgoed	bezit; bezitting; bezittingen; boedel; buitengoed; domein; eigendom; eigenschap; geschiktheid; goederen; grondbezit; grondeigendom; have; huisraad; inboedel; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; landbezit; landeigendom; stigma; typering
terre	landgoed	aarde; aardkorst; bodem; bodemoppervlak; grond; land; landmassa; wereld
Not Specified	Related Translations	Other Translations
domaine		TLD; domein; realm; topleveldomein

landgoed

noun

Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
- domaine → afdeling; branche; tak; vak; boerderij; goed; landgoed; bezitting
ensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.
- fonds → kapitaal; vermogen; fonds; boerderij; goed; landgoed; bezitting
Traductions à trier suivant le sens
- propriété → eigendom; eigendomsrecht; allooi; eigenschap; kwaliteit; boerderij; goed; landgoed; bezitting

Cross Translation:

From	To	Via
• landgoed	→ domaine; propriété	↔ estate — area of land under single ownership
• landgoed	→ possession; domaine; propriété	↔ property — piece of real estate