Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. rondslingeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rondslingeren from Dutch to French

rondslingeren:

rondslingeren verbe

  1. rondslingeren (slingeren)
    traîner
    • traîner verbe (traîne, traînes, traînons, traînez, )

Translation Matrix for rondslingeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
traîner rondslingeren; slingeren aanslepen; aarzelen; dralen; drentelen; dubben; flaneren; gebukt gaan onder; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondwandelen; sjouwen; slenteren; slepen; sleuren; talmen; teuten; torsen; trekken; treuzelen; verdwaald zijn; versjouwen; verslepen; voorttrekken; weifelen; zeulen

Wiktionary Translations for rondslingeren:

rondslingeren