Summary
Dutch to French: more detail...
- doorboren:
-
Wiktionary:
- doorboren → percer
- doorboren → perforer, percer un tonneau, trouer, empaler
Dutch
Detailed Translations for doorboren from Dutch to French
doorboren:
-
doorboren (gaatjes maken in; perforeren)
percer; perforer; transpercer; pénétrer-
percer verbe (perce, perces, perçons, percez, percent, perçais, perçait, percions, perciez, perçaient, perçai, perças, perça, perçâmes, perçâtes, percèrent, percerai, perceras, percera, percerons, percerez, perceront)
-
perforer verbe (perfore, perfores, perforons, perforez, perforent, perforais, perforait, perforions, perforiez, perforaient, perforai, perforas, perfora, perforâmes, perforâtes, perforèrent, perforerai, perforeras, perforera, perforerons, perforerez, perforeront)
-
transpercer verbe (transperce, transperces, transperçons, transpercez, transpercent, transperçais, transperçait, transpercions, transperciez, transperçaient, transperçai, transperças, transperça, transperçâmes, transperçâtes, transpercèrent, transpercerai, transperceras, transpercera, transpercerons, transpercerez, transperceront)
-
pénétrer verbe (pénètre, pénètres, pénétrons, pénétrez, pénètrent, pénétrais, pénétrait, pénétrions, pénétriez, pénétraient, pénétrai, pénétras, pénétra, pénétrâmes, pénétrâtes, pénétrèrent, pénétrerai, pénétreras, pénétrera, pénétrerons, pénétrerez, pénétreront)
-
Conjugations for doorboren:
o.t.t.
- boor door
- boort door
- boort door
- boren door
- boren door
- boren door
o.v.t.
- boorde door
- boorde door
- boorde door
- boorden door
- boorden door
- boorden door
v.t.t.
- heb doorgeboord
- hebt doorgeboord
- heeft doorgeboord
- hebben doorgeboord
- hebben doorgeboord
- hebben doorgeboord
v.v.t.
- had doorgeboord
- had doorgeboord
- had doorgeboord
- hadden doorgeboord
- hadden doorgeboord
- hadden doorgeboord
o.t.t.t.
- zal doorboren
- zult doorboren
- zal doorboren
- zullen doorboren
- zullen doorboren
- zullen doorboren
o.v.t.t.
- zou doorboren
- zou doorboren
- zou doorboren
- zouden doorboren
- zouden doorboren
- zouden doorboren
en verder
- is doorgeboord
- zijn doorgeboord
diversen
- boor door!
- boort door!
- doorgeboord
- doorborend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze