Summary
Dutch to French: more detail...
- sommeren:
-
Wiktionary:
- sommeren → commander
- sommeren → addition, injonction
Dutch
Detailed Translations for sommeren from Dutch to French
sommeren:
-
sommeren (ontbieden; oproepen)
convoquer; appeler; appeler à; sommer; remémorer; citer en justice; interpeller; notifier; intimer; assigner en justice; paraître devant le tribunal; sommer de-
convoquer verbe (convoque, convoques, convoquons, convoquez, convoquent, convoquais, convoquait, convoquions, convoquiez, convoquaient, convoquai, convoquas, convoqua, convoquâmes, convoquâtes, convoquèrent, convoquerai, convoqueras, convoquera, convoquerons, convoquerez, convoqueront)
-
appeler verbe (appelle, appelles, appelons, appelez, appellent, appelais, appelait, appelions, appeliez, appelaient, appelai, appelas, appela, appelâmes, appelâtes, appelèrent, appellerai, appelleras, appellera, appellerons, appellerez, appelleront)
-
appeler à verbe
-
sommer verbe (somme, sommes, sommons, sommez, somment, sommais, sommait, sommions, sommiez, sommaient, sommai, sommas, somma, sommâmes, sommâtes, sommèrent, sommerai, sommeras, sommera, sommerons, sommerez, sommeront)
-
remémorer verbe (remémore, remémores, remémorons, remémorez, remémorent, remémorais, remémorait, remémorions, remémoriez, remémoraient, remémorai, remémoras, remémora, remémorâmes, remémorâtes, remémorèrent, remémorerai, remémoreras, remémorera, remémorerons, remémorerez, remémoreront)
-
citer en justice verbe
-
interpeller verbe (interpelle, interpelles, interpellons, interpellez, interpellent, interpellais, interpellait, interpellions, interpelliez, interpellaient, interpellai, interpellas, interpella, interpellâmes, interpellâtes, interpellèrent, interpellerai, interpelleras, interpellera, interpellerons, interpellerez, interpelleront)
-
notifier verbe (notifie, notifies, notifions, notifiez, notifient, notifiais, notifiait, notifiions, notifiiez, notifiaient, notifiai, notifias, notifia, notifiâmes, notifiâtes, notifièrent, notifierai, notifieras, notifiera, notifierons, notifierez, notifieront)
-
intimer verbe (intime, intimes, intimons, intimez, intiment, intimais, intimait, intimions, intimiez, intimaient, intimai, intimas, intima, intimâmes, intimâtes, intimèrent, intimerai, intimeras, intimera, intimerons, intimerez, intimeront)
-
assigner en justice verbe
-
sommer de verbe
-
-
sommeren (aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen)
sommer; intimer; sommer de; exhorter à-
sommer verbe (somme, sommes, sommons, sommez, somment, sommais, sommait, sommions, sommiez, sommaient, sommai, sommas, somma, sommâmes, sommâtes, sommèrent, sommerai, sommeras, sommera, sommerons, sommerez, sommeront)
-
intimer verbe (intime, intimes, intimons, intimez, intiment, intimais, intimait, intimions, intimiez, intimaient, intimai, intimas, intima, intimâmes, intimâtes, intimèrent, intimerai, intimeras, intimera, intimerons, intimerez, intimeront)
-
sommer de verbe
-
exhorter à verbe
-
Conjugations for sommeren:
o.t.t.
- sommeer
- sommeert
- sommeert
- sommeren
- sommeren
- sommeren
o.v.t.
- sommeerde
- sommeerde
- sommeerde
- sommeerden
- sommeerden
- sommeerden
v.t.t.
- heb gesommeerd
- hebt gesommeerd
- heeft gesommeerd
- hebben gesommeerd
- hebben gesommeerd
- hebben gesommeerd
v.v.t.
- had gesommeerd
- had gesommeerd
- had gesommeerd
- hadden gesommeerd
- hadden gesommeerd
- hadden gesommeerd
o.t.t.t.
- zal sommeren
- zult sommeren
- zal sommeren
- zullen sommeren
- zullen sommeren
- zullen sommeren
o.v.t.t.
- zou sommeren
- zou sommeren
- zou sommeren
- zouden sommeren
- zouden sommeren
- zouden sommeren
en verder
- ben gesommeerd
- bent gesommeerd
- is gesommeerd
- zijn gesommeerd
- zijn gesommeerd
- zijn gesommeerd
diversen
- sommeer!
- sommeert!
- gesommeerd
- sommerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for sommeren:
Wiktionary Translations for sommeren:
sommeren
Cross Translation:
verb
-
Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général).
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sommeren | → addition | ↔ addition — arithmetic: process of adding |
• sommeren | → injonction | ↔ injunction — the act of enjoining |
French
Detailed Translations for sommeren from French to Dutch
sommeren: (*Using Word and Sentence Splitter)
- somme: bedrag; aantal; hoeveelheid; kwantiteit; som; optelling; samentelling; somma; doezelen; soezen; dutten; dommelen; gedut; gedommel; gesoes; gedoezel; samenvoeging; optelsom; middagdutje; siësta; middagslaapje
- rené: herboren
- sommer: manen; aanmanen; sommeren; aanmanen tot een verplichting; oproepen; gebieden; bevelen; opdragen; commanderen; gelasten; ontbieden; verordenen; decreteren; aanschrijven; kennis geven; aanzeggen; konde doen; rappelleren; met aandrang herinneren