Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: ongelijk

Dutch and French Search Results for: ongelijk

Summary

Dutch to French: more detail...

ongelijk:
- tort; injustice; iniquité
Wiktionary:
- ongelijk → accidenté, différent
- ongelijk → tort
- ongelijk → différent, autre

Dutch

Detailed Translations for ongelijk from Dutch to French

ongelijk:

ongelijk [het ~] nom

het ongelijk (onrecht)
le tort; l'injustice; l'iniquité
- tort [le ~] nom
- injustice [la ~] nom
- iniquité [la ~] nom

Translation Matrix for ongelijk:

Noun	Related Translations	Other Translations
iniquité	ongelijk; onrecht	onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid
injustice	ongelijk; onrecht	onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid
tort	ongelijk; onrecht	achterstelling; afbreuk; benadeling; nederlaag; onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid; overwonnen-worden; schade; verlies
Adjective	Related Translations	Other Translations
-	anders; verschillend

Synonyms for "ongelijk":

afwijkend; anders; verschillend

Antonyms for "ongelijk":

eender; gelijk; hetzelfde; identiek

Related Definitions for "ongelijk":

niet hetzelfde¹
- hij droeg twee ongelijke schoenen¹
niet even lang¹
- deze twee planken zijn ongelijk¹

Wiktionary Translations for ongelijk:

ongelijk

adjective

Qui offrir des accidents.
- accidenté → heuvelachtig; hobbelig; oneffen; ongelijk
Qui n’est pas pareil, qui est autre, distinct.
- différent → ongelijk; verschillend; uiteenlopend

noun

État de celui qui n’a pas le droit, la raison de son côté. (Sens général).
- tort → ongelijk

Cross Translation:

From	To	Via
• ongelijk	→ différent	↔ different — not the same
• ongelijk	→ différent; autre	↔ anders — verschieden, abweichend (von etwas), auf andere Weise
• ongelijk	→ différent	↔ anders — (vergleichend zu einer ander Sache, Person) Nicht so
• ongelijk	→ différent	↔ verschieden — nicht gleich, andere Eigenschaften habend
• ongelijk	→ différent	↔ verschieden — nicht der-/die-/dasselbe, nicht identisch

¹Muiswerk Woordenboek