Summary
Dutch
Detailed Translations for stelpen from Dutch to French
stelpen:
-
stelpen (stillen)
arrêter; étancher-
arrêter verbe (arrête, arrêtes, arrêtons, arrêtez, arrêtent, arrêtais, arrêtait, arrêtions, arrêtiez, arrêtaient, arrêtai, arrêtas, arrêta, arrêtâmes, arrêtâtes, arrêtèrent, arrêterai, arrêteras, arrêtera, arrêterons, arrêterez, arrêteront)
-
étancher verbe (étanche, étanches, étanchons, étanchez, étanchent, étanchais, étanchait, étanchions, étanchiez, étanchaient, étanchai, étanchas, étancha, étanchâmes, étanchâtes, étanchèrent, étancherai, étancheras, étanchera, étancherons, étancherez, étancheront)
-
Conjugations for stelpen:
o.t.t.
- stelp
- stelpt
- stelpt
- stelpen
- stelpen
- stelpen
o.v.t.
- stelpte
- stelpte
- stelpte
- stelpten
- stelpten
- stelpten
v.t.t.
- heb gestelpt
- hebt gestelpt
- heeft gestelpt
- hebben gestelpt
- hebben gestelpt
- hebben gestelpt
v.v.t.
- had gestelpt
- had gestelpt
- had gestelpt
- hadden gestelpt
- hadden gestelpt
- hadden gestelpt
o.t.t.t.
- zal stelpen
- zult stelpen
- zal stelpen
- zullen stelpen
- zullen stelpen
- zullen stelpen
o.v.t.t.
- zou stelpen
- zou stelpen
- zou stelpen
- zouden stelpen
- zouden stelpen
- zouden stelpen
en verder
- ben gestelpt
- bent gestelpt
- is gestelpt
- zijn gestelpt
- zijn gestelpt
- zijn gestelpt
diversen
- stelp!
- stelpt!
- gestelpt
- stelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stelpen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
arrêter | aborteren; stilhouden; stoppen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
arrêter | stelpen; stillen | aanhouden; afhouden; aflaten; afsluiten; afzetten; arresteren; beletten; beslissen; besluiten; beëindigen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ermee uitscheiden; ervanaf houden; gesprek beëindigen; gevangennemen; halt houden; in hechtenis nemen; inrekenen; opgeven; ophouden; oppakken; remmen; staken; stilstaan; stilzetten; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; temporiseren; tot staan brengen; tot stilstand brengen; tot stilstand komen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitscheiden; uitzetten; vatten; vertragen; weerhouden |
étancher | stelpen; stillen | gaten dichten; isoleren; koudebestendig maken; lessen; stillen; stoppen |