Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verontrusten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verontrusten from Dutch to French

verontrusten:

verontrusten verbe (verontrust, verontrustte, verontrustten, verontrust)

  1. verontrusten (ontstellen)
    inquiéter; avertir; alarmer; mettre en garde contre
    • inquiéter verbe (inquiète, inquiètes, inquiétons, inquiétez, )
    • avertir verbe (avertis, avertit, avertissons, avertissez, )
    • alarmer verbe (alarme, alarmes, alarmons, alarmez, )

Conjugations for verontrusten:

o.t.t.
  1. verontrust
  2. verontrust
  3. verontrust
  4. verontrusten
  5. verontrusten
  6. verontrusten
o.v.t.
  1. verontrustte
  2. verontrustte
  3. verontrustte
  4. verontrustten
  5. verontrustten
  6. verontrustten
v.t.t.
  1. heb verontrust
  2. hebt verontrust
  3. heeft verontrust
  4. hebben verontrust
  5. hebben verontrust
  6. hebben verontrust
v.v.t.
  1. had verontrust
  2. had verontrust
  3. had verontrust
  4. hadden verontrust
  5. hadden verontrust
  6. hadden verontrust
o.t.t.t.
  1. zal verontrusten
  2. zult verontrusten
  3. zal verontrusten
  4. zullen verontrusten
  5. zullen verontrusten
  6. zullen verontrusten
o.v.t.t.
  1. zou verontrusten
  2. zou verontrusten
  3. zou verontrusten
  4. zouden verontrusten
  5. zouden verontrusten
  6. zouden verontrusten
diversen
  1. verontrust!
  2. verontrust!
  3. verontrust
  4. verontrustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verontrusten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
alarmer ontstellen; verontrusten alarmeren; angst aanjagen; bangmaken; beangstigen; doen schrikken; ongerust maken; verschrikken
avertir ontstellen; verontrusten alarmeren; tevoren zeggen; waarschuwen
inquiéter ontstellen; verontrusten alarmeren; beangstigen; benauwen; informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
mettre en garde contre ontstellen; verontrusten alarmeren; informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen

Wiktionary Translations for verontrusten:

verontrusten
verb
  1. ongerust maken, zorgen baren
verontrusten
Cross Translation:
FromToVia
verontrusten énerver upset — make (a person) angry, distressed or unhappy