Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bijeen scharrelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bijeenscharrelen from Dutch to French

bijeen scharrelen:

bijeen scharrelen verbe (scharrel bijeen, scharrelt bijeen, scharrelde bijeen, scharrelden bijeen, bijeen gescharreld)

  1. bijeen scharrelen (samenrapen; samenpakken)
    grappiller; ranger; s'entasser; ramasser à gauche et à droite
    • grappiller verbe (grappille, grappilles, grappillons, grappillez, )
    • ranger verbe (range, ranges, rangeons, rangez, )
    • s'entasser verbe

Conjugations for bijeen scharrelen:

o.t.t.
  1. scharrel bijeen
  2. scharrelt bijeen
  3. scharrelt bijeen
  4. scharrelen bijeen
  5. scharrelen bijeen
  6. scharrelen bijeen
o.v.t.
  1. scharrelde bijeen
  2. scharrelde bijeen
  3. scharrelde bijeen
  4. scharrelden bijeen
  5. scharrelden bijeen
  6. scharrelden bijeen
v.t.t.
  1. heb bijeen gescharreld
  2. hebt bijeen gescharreld
  3. heeft bijeen gescharreld
  4. hebben bijeen gescharreld
  5. hebben bijeen gescharreld
  6. hebben bijeen gescharreld
v.v.t.
  1. had bijeen gescharreld
  2. had bijeen gescharreld
  3. had bijeen gescharreld
  4. hadden bijeen gescharreld
  5. hadden bijeen gescharreld
  6. hadden bijeen gescharreld
o.t.t.t.
  1. zal bijeen scharrelen
  2. zult bijeen scharrelen
  3. zal bijeen scharrelen
  4. zullen bijeen scharrelen
  5. zullen bijeen scharrelen
  6. zullen bijeen scharrelen
o.v.t.t.
  1. zou bijeen scharrelen
  2. zou bijeen scharrelen
  3. zou bijeen scharrelen
  4. zouden bijeen scharrelen
  5. zouden bijeen scharrelen
  6. zouden bijeen scharrelen
diversen
  1. scharrel bijeen!
  2. scharrelt bijeen!
  3. bijeen gescharreld
  4. bijeen scharrelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bijeen scharrelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
grappiller bijeen scharrelen; samenpakken; samenrapen bijeen harken; bijeenschrapen
ramasser à gauche et à droite bijeen scharrelen; samenpakken; samenrapen
ranger bijeen scharrelen; samenpakken; samenrapen archiveren; bergen; bewaren; deponeren; inschikken; leggen; neerleggen; opbergen; opruimen; opschonen; opslaan; opzij leggen; parkeren; plaatsen; rangordenen; rangschikken; scharen; stallen; stouwen; vlijen; wegbergen; wegleggen; wegzetten; zetten
s'entasser bijeen scharrelen; samenpakken; samenrapen


Wiktionary Translations for bijeenscharrelen:


Cross Translation:
FromToVia
bijeenscharrelen rammasser; survivre eke out — obtain with difficulty