Summary
Dutch to French: more detail...
- factie:
-
Wiktionary:
- factie → faction
French to Dutch: more detail...
-
factie:
-
Wiktionary:
facétie → grap, farce -
Synonyms for "facétie":
astuce; bouffe; bouffonnerie; galéjade; niche; farce; plaisanterie; blague; canular; mystification; boutade; clownerie; pitrerie; lazzi; raillerie; humour; malice
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for factie from Dutch to French
factie:
-
de factie (groepering)
-
de factie (politieke partij; partij)
Translation Matrix for factie:
Noun | Related Translations | Other Translations |
faction | factie; groepering; partij; politieke partij | |
groupe | factie; groepering | aantal personen bijeen; cluster; distributiegroep; distributielijst; gezelschap; groep; groep mensen; partij; ploeg; team |
groupement | factie; groepering | aantal personen bijeen; gezelschap; groep |
organisation | factie; groepering | bureau; bureaumeubel; instantie; instelling; lichaam; management; organisatie; organiseren; regelen; regelingscommissie |
parti politique | factie; partij; politieke partij | |
regroupement | factie; groepering | aggregatie; hergroepering; pool |
Related Words for "factie":
French
Detailed Translations for factie from French to Dutch
facétie:
Synonyms for "facétie":
Wiktionary Translations for facétie:
facétie
noun
-
plaisanterie plus ou moins subtile que l’on dire ou faire pour divertir, pour faire rire.