Summary
Dutch
Detailed Translations for geruststellen from Dutch to French
geruststellen:
-
geruststellen
rassurer; apaiser; calmer-
rassurer verbe (rassure, rassures, rassurons, rassurez, rassurent, rassurais, rassurait, rassurions, rassuriez, rassuraient, rassurai, rassuras, rassura, rassurâmes, rassurâtes, rassurèrent, rassurerai, rassureras, rassurera, rassurerons, rassurerez, rassureront)
-
apaiser verbe (apaise, apaises, apaisons, apaisez, apaisent, apaisais, apaisait, apaisions, apaisiez, apaisaient, apaisai, apaisas, apaisa, apaisâmes, apaisâtes, apaisèrent, apaiserai, apaiseras, apaisera, apaiserons, apaiserez, apaiseront)
-
calmer verbe (calme, calmes, calmons, calmez, calment, calmais, calmait, calmions, calmiez, calmaient, calmai, calmas, calma, calmâmes, calmâtes, calmèrent, calmerai, calmeras, calmera, calmerons, calmerez, calmeront)
-
Conjugations for geruststellen:
o.t.t.
- stel gerust
- stelt gerust
- stelt gerust
- stellen gerust
- stellen gerust
- stellen gerust
o.v.t.
- stelde gerust
- stelde gerust
- stelde gerust
- stelden gerust
- stelden gerust
- stelden gerust
v.t.t.
- heb gerustgesteld
- hebt gerustgesteld
- heeft gerustgesteld
- hebben gerustgesteld
- hebben gerustgesteld
- hebben gerustgesteld
v.v.t.
- had gerustgesteld
- had gerustgesteld
- had gerustgesteld
- hadden gerustgesteld
- hadden gerustgesteld
- hadden gerustgesteld
o.t.t.t.
- zal geruststellen
- zult geruststellen
- zal geruststellen
- zullen geruststellen
- zullen geruststellen
- zullen geruststellen
o.v.t.t.
- zou geruststellen
- zou geruststellen
- zou geruststellen
- zouden geruststellen
- zouden geruststellen
- zouden geruststellen
en verder
- ben gerustgesteld
- bent gerustgesteld
- is gerustgesteld
- zijn gerustgesteld
- zijn gerustgesteld
- zijn gerustgesteld
diversen
- stel gerust!
- stelt gerust!
- gerustgesteld
- geruststellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for geruststellen:
Wiktionary Translations for geruststellen:
geruststellen
Cross Translation:
verb
geruststellen
-
iemands angst of zorgen ontzenuwen of minder aannemelijk maken
- geruststellen → rassurer
verb
-
Traductions à trier suivant le sens
- abattre → afbreken; slopen; neerhalen; kappen; vellen; neervellen; wippen; afhakken; afhouwen; afkappen; omhakken; deprimeren; neerdrukken; neerslachtig maken; terneerdrukken; delven; opduikelen; opgraven; rooien; uitgraven; winnen; uitputten; putten uit; omkappen; slachten; afslachten; fnuiken; verzwakken; bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; neerkomen; doden; doodmaken; ombrengen; doodschieten; fusilleren; de moed ontnemen; ontmoedigen; afleggen; aflopen; doorgaan; gaan door; bedaren; geruststellen; kalmeren; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen
-
redonner l’assurance, rendre la confiance, la tranquillité.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geruststellen | → rassurer | ↔ assure — to reassure |
External Machine Translations: